Wat is het voordeel van een ‘Fieldlab’ en hoe kan een arbeidsmarkregio deze benutten?

Geschreven door Remeis Salentijn. Wat is een Fieldlab? Welnu, het is een uniek concept dat innovatie en samenwerking stimuleert tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden. Het biedt een praktisch ingerichte omgeving waarin nieuwe technologieën, processen en producten kunnen worden ontwikkeld, getest en gevalideerd.

Het inrichten van een Fieldlab vereist zorgvuldige planning en financiering. In deze blog wordt kort uiteengezet hoe je een Fieldlab kunt inrichten en welke financieringsmogelijkheden het meest succesvol zijn voor het opzetten van een duurzaam Fieldlab.

We richten ons daarbij in deze blog specifiek op een arbeidsmarktregio omdat we daar zien dat er in toenemende mate belangstelling voor is. Er zijn in Nederland 35 arbeidsmarktregio’s actief (voor degenen die dat nog niet weten) die zich vanuit een samenwerking van UWV, gemeenten, werkgevers- en werknemersorganisaties en meestal ook onderwijs en ontwikkelbedrijven, richten op het matchen van werkzoekenden en vacatures.

Om te beginnen is het belangrijk om de specifieke behoeften, vragen en mogelijkheden van de arbeidsmarktregio te achterhalen en te begrijpen. Dit inzicht is cruciaal om een Fieldlab op te zetten dat aansluit bij de behoeften van de regionale arbeidsmarkt en de daar aanwezige organisaties en instellingen. Een aantal vragen die hierbij helpen zijn:

  • Welke sectoren zijn belangrijk in de regio?
  • Welke uitdagingen worden ervaren binnen deze sectoren?
  • En welke innovatiekansen liggen er?

Als uit bovenstaande vragen blijkt dat er behoefte is aan een Fieldlab, dienen er nog de nodige stappen worden doorlopen om het Fieldlab daadwerkelijk op te richten. Hieronder volgt een kort stappenplan:

Stap 1: Het creëren van draagvlak

Een goede eerste stap bij het inrichten van een Fieldlab is het creëren van draagvlak bij stakeholders. Deze groep stakeholders vormt het netwerk van het Fieldlab en moet bestaan uit bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden (en eventueel andere relevante partijen), die gezamenlijk de visie en doelstellingen van het Fieldlab kunnen bepalen. Het is belangrijk om een breed draagvlak te creëren en de verschillende belangen en expertisegebieden in het netwerk te vertegenwoordigen. Uiteindelijk dienen de stakeholders zich in te zetten voor een langdurige betrokkenheid.

Stap 2: De inrichting van het Fieldlab en de governance structuur

Aan de hand van het eerder gedane onderzoek moet blijken dat het Fieldlab zich richt op specifieke technologische innovaties die relevant zijn voor de arbeidsmarktregio. Een Fieldlab kan een fysieke locatie hebben, maar het kan ook virtueel zijn. De locatie kan bepalend zijn voor de toegang tot regionale kennis en middelen en voor het stimuleren van regionale groei. Daarnaast is het belangrijk om te kijken naar het aantal medewerkers dat betrokken zal zijn bij het Fieldlab, naar de looptijd van het project en het type technologie dat binnen het Fieldlab wordt ontwikkeld. Bovendien is het belangrijk om rekening te houden met relevante contextfactoren, zoals regelgeving en markteigenschappen, die van invloed kunnen zijn op het Fieldlab. Dit zijn allemaal aspecten die moeten worden vastgelegd door het gecommitteerde netwerk van het Fieldlab.

De governance van het Fieldlab is een ander belangrijk aspect om te overwegen. Hoe wordt het Fieldlab gemanaged en hoe ziet de organisatiestructuur eruit? Een goede governancestructuur kan bijdragen aan het succes van het Fieldlab. Een Fieldlab moet zich continu kunnen aanpassen aan veranderende behoeften en ontwikkelingen in de arbeidsmarktregio. Het is daarom belangrijk om een flexibele structuur en governance op te zetten die het mogelijk maakt om snel in te spelen op nieuwe kansen en uitdagingen.

Stap 3: Een businessmodel opstellen

Het businessmodel van het Fieldlab is een belangrijk aspect om de financiële duurzaamheid van het Fieldlab te waarborgen. Er zijn verschillende financieringsmogelijkheden beschikbaar, zoals publieke financiering en private financiering of een combinatie hiervan. Publieke financiering kan afkomstig zijn van regionale, nationale of Europese overheidsinstanties die speciale subsidies en fondsen verstrekken voor innovatieve projecten. Private financiering kan komen van grote ondernemingen, investeerders of venture capital-fondsen die geïnteresseerd zijn in het ondersteunen van innovatie en het verkennen van nieuwe marktkansen.

In de praktijk blijkt vaak dat het een uitdaging is om de financiering voor een Fieldlab te realiseren, met name bij Fieldlabs die gericht zijn op onderzoek, ontwikkeling en innovatie activiteiten (RD&I). Private partijen kunnen deze activiteiten doorgaans moeilijk zelf financieren. Daarnaast hebben Fieldlabs vaak te maken met financieringskloven, zoals de startupkloof en de structurele financieringskloof.

Om deze financieringskloven te overbruggen is het een mogelijkheid om gebruik te maken van regionale, nationale en Europese publieke financiering. Publieke financiering kan namelijk private financiering mobiliseren en zorgen voor een solide basis om het Fieldlab op te zetten en te laten groeien. Uiteindelijk om het Fieldlab duurzaam te laten slagen is private financiering cruciaal. Een combinatie van beide is daarom onvermijdelijk bij het oprichten van een Fieldlab.

Stap 4: Intellectual Property (IP)/Intellectueel Eigendom

Naast het identificeren van de juiste financieringsbronnen is het belangrijk om aandacht te besteden aan de intellectuele eigendomsrechten (IP) binnen het Fieldlab. Het is essentieel om duidelijke afspraken te maken over het eigendom en het gebruik van intellectuele eigendom die voortkomt uit de activiteiten van het Fieldlab. Dit kan het vertrouwen van partners vergroten en de basis leggen voor succesvolle samenwerking.

Stap 5: Delen van kennis en successen

Het is van groot belang om de resultaten en impact van het Fieldlab te meten en te communiceren. Dit helpt niet alleen bij het aantrekken van financiering, maar ook bij het aantonen van de waarde en relevantie van het Fieldlab voor de arbeidsmarktregio. Het is belangrijk om concrete succesverhalen, innovaties en samenwerkingsresultaten te delen met stakeholders en relevante partijen die baat kunnen hebben bij het Fieldlab.

Conclusie

Concluderend is het praktisch inrichten van een Fieldlab binnen een arbeidsmarktregio in Nederland een complex proces. Het vereist zorgvuldige planning, sterke samenwerking en een duurzame financieringsstrategie. Het identificeren van de juiste partners, het opzetten van een solide governancestructuur, het ontwikkelen van een gediversifieerde financieringsmix en het streven naar langetermijnvisie en continuïteit zijn cruciale stappen bij het opzetten van een Fieldlab. Maar het resultaat mag er zijn! Door te investeren in innovatie en samenwerking kunnen Fieldlabs bijdragen aan economische groei, werkgelegenheid en maatschappelijke impact in de arbeidsmarktregio.

Benieuwd naar het oprichten van een Fieldlab? Of advies nodig bij het doorlopen van één van de bovenstaande stappen? Neem dan contact op met Remeis Salentijn.

Herken jij de structuren en stakeholders in jouw arbeidsmarktregio? Met onze training arbeidsmarkt(regio) specialist ontwikkel jij zicht op de regionale arbeidsmarkt en de daar aanwezige organisaties en instellingen en hun behoeften.
Klik op de afbeelding hieronder voor meer informatie:

Over Wise up Consultancy: Wij helpen (semi)overheden, onderwijsinstellingen en netwerkorganisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Hiermee bewerkstelligen we maatschappelijke impact door de arbeidsmarkt in balans te houden en zo veel mogelijk mensen mee te laten doen.

Bronnen

Bastein, A. (2019). Slim èn circulair: hoe de smart industry circulaire economie in de praktijk brengt : een verkenning onder Brabantse bedrijven

Gijsbers, G. (2017). Typologie en standaard voor fieldlabs TNO Publications.

Ministerie van Algemene Zaken. (2021, November 4). Verkenning EZK-perspectief benutting fieldlabs Rapport opgehaald van Rijksoverheid.nl

Stolwijk, C. (2016). Fieldlab als aanjager van het innovatie ecosysteem TNO Publications.

Welke invloed heeft de arbeidsmarkt op de ‘nieuwe economie’?

Wat is een nieuwe economie eigenlijk? De Rabobank geeft als omschrijving van de nieuwe economie een duurzame en inclusieve economie waarin maatschappelijk verantwoord ondernemen voorop staat.

Een nieuwe economie is gedreven door technologische vooruitgang, milieubewustzijn en veranderende sociale waarden. Deze verschuiving leidt tot een verandering en aanpassing in de manier waarop we economisch produceren en consumeren. De arbeidsmarkt speelt een cruciale rol. In dit blog wordt dit verder uitgelegd aan de hand van 4 kenmerkende aspecten van de nieuwe economie.

Duurzaamheid

Eén van de aspecten van de overgang naar een nieuwe economie is het belang van duurzaamheid. De uitdaging is immers een balans te vinden in onze economische activiteiten aan de ene kant en het behoud van het milieu en het welzijn voor toekomstige generaties. Dit vereist dat we onze productiemethoden herzien, groene technologieën omarmen en onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen. Deze overgang naar duurzaamheid biedt enorme kansen voor de arbeidsmarkt. Er is behoefte aan nieuwe vaardigheden en expertise op het gebied van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, circulaire economie en groene infrastructuur. Dit opent de deur naar de creatie van groene banen en de heroriëntatie van werknemers in sectoren die verouderd zijn of schadelijk zijn voor het milieu. Eerder schreven we al een blog over de impact van de energietransitie op de arbeidsmarkt.

Digitalisering en technologie

Een ander centraal aspect van de nieuwe economie is digitalisering en technologie. Technologische vooruitgang heeft de manier waarop we werken, communiceren en zakendoen drastisch veranderd. Dit heeft geleid tot de opkomst van nieuwe industrieën en banen, maar heeft ook bestaande banen overbodig gemaakt. De arbeidsmarkt speelt een cruciale rol bij het faciliteren van deze overgang door middel van omscholing en bijscholing. Het is essentieel dat werknemers worden uitgerust met de nodige digitale vaardigheden en het vermogen om zich aan te passen aan snel veranderende technologieën. Daarnaast moeten organisaties flexibeler worden in hun aanpak, het stimuleren van een cultuur van voortdurende innovatie en het omarmen van nieuwe ideeën.

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat schreef begin dit jaar de ‘Kamerbrief Actieplan groene en digitale banen’. Hierin staan maatregelen om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken, in sectoren met banen die belangrijk zijn voor de klimaat- en digitale transitie. Hiermee benadrukt het ministerie het belang van de arbeidsmarkt.

Diversiteit en Inclusie

De nieuwe economie impliceert ook een inclusieve economie. In het verleden werden bepaalde groepen mensen vaak buitengesloten van gelijke economische kansen en voordelen. De nieuwe economie streeft naar inclusiviteit en diversiteit als kernwaarden. Dit betekent dat er meer kansen moeten worden gecreëerd voor achtergestelde groepen, zoals vrouwen, minderheden en mensen met een handicap. De arbeidsmarkt speelt een sleutelrol bij het bevorderen van inclusiviteit door het toepassen van gelijkekansenbeleid, het implementeren van diversiteitsprogramma’s en het waarborgen van eerlijke en gelijke beloning. Daarnaast is het van belang dat er aandacht wordt besteed aan het creëren van een inclusieve werkomgeving waarin iedereen zich gewaardeerd en gehoord voelt. RaboResearch publiceerde onlangs nog een rapport waarin ze beschreven dat een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven niet inclusief werkt (40%). Bedrijven die dit wel doen laten over het algemeen ook betere uitkomsten zien; op de arbeidsmarkt, in hun omzetgroei en in de mate waarin ze onzekerheid ervaren over hun omzetverwachtingen.

Samenwerken

Randvoorwaarde voor een succesvolle ontwikkeling naar een nieuwe economie is een samenwerking tussen verschillende belanghebbenden. De overheid, het bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties moeten nauw samenwerken om de nodige veranderingen te stimuleren. De overheid kan beleidsmaatregelen implementeren die duurzaamheid en innovatie bevorderen. Ze kan investeren in opleiding en omscholing. En de infrastructuur ondersteunen die nodig is voor de nieuwe economie. Bedrijven kunnen actief investeren in groene technologieën. Zij kunnen inclusieve praktijken aannemen en samenwerken met onderwijsinstellingen om de vaardigheden van werknemers te verbeteren. Onderwijsinstellingen kunnen hun curriculum aanpassen om de benodigde kennis en vaardigheden voor de nieuwe economie te omvatten. Tegelijkertijd kunnen zij vaardigheden die passen bij de nieuwe economie centraal stellen.

Conclusie

De arbeidsmarkt speelt dus een essentiële rol bij de verschillende transities naar een nieuwe economie. Het is een motor voor duurzaamheid, innovatie en inclusiviteit. Door banen te creëren, werknemers om te scholen voor nieuwe technologieën en gelijke kansen te bevorderen, kan de arbeidsmarkt bijdragen aan een duurzame en inclusieve economie. Het is belangrijk dat overheden, bedrijven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties samenwerken om deze overgang te faciliteren en ervoor te zorgen dat niemand wordt achtergelaten. Alleen door gezamenlijke inspanningen kunnen we een nieuwe economie creëren die niet alleen welvaart brengt, maar ook zorg draagt voor de planeet en alle mensen die erop leven.

Als jij meer wilt weten over de impact van de digitalisering en technologische vooruitgang op de arbeidsmarkt, lees dan het whitepaper dat Wise up heeft geschreven over Artificial Intelligence en de Toekomst van Werk. Benieuwd? Klik dan hieronder:

Maak kennis met de zes strategieën die wij hebben opgesteld over de impact van AI op jouw werk of organisatie.

Over Wise up Consultancy: Wij helpen (semi)overheden, onderwijsinstellingen en netwerkorganisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Hiermee bewerkstelligen we maatschappelijke impact door de arbeidsmarkt in balans te houden en zo veel mogelijk mensen mee te laten doen.

Bronnen

Bijkerk, S., Hardeman, S., Raspe, O. (2023). Onderzoek: Koplopers verduurzaming trekken transitie naar nieuwe economie nog niet vlot

Wise up (2023). Blog: Wat doet de energietransitie met banen wereldwijd?

Ministerie EZK (2023). Kamerbrief: Actieplan Groene en Digitale Banen

Bijkerk, S., Hardeman, S. (2023). Onderzoek: Gebrek aan inclusiviteit bezorgt 40 procent van de bedrijven een achterstand op de arbeidsmarkt

5 ‘stille’ transities die deze eeuw onze welvaart mede gaan bepalen

De komende decennia worden gekenmerkt door een combinatie van crises en transities die ook nog eens invloed hebben op elkaar. Dit wordt ook wel de poly-crisis genoemd. Eerder schreven we al een blog over “5 maatschappelijke transities die het onderwijs en de arbeidsmarkt totaal veranderen“. Dit zijn de grote en bekende transities. Maar er zijn nog meer transities die veel minder vaak worden genoemd maar wel invloed zullen hebben op onze werkgelegenheid, toekomstige skills en welvaart. In deze blog nemen we je mee in vijf van deze ‘stille’ transities.

1. Zorgtransitie

Mede door de coronacrisis is duidelijk geworden dat jarenlange bezuinigingen, zowel op salarissen als ziekenhuisbedden, niet hebben geleid tot een veerkrachtig, kwalitatief en betaalbaar zorgsysteem. De oplopende werkdruk en hoge administratieve werklast zorgen voor veel ontevredenheid en uitval in de sector. Daarbovenop komt nog de dubbele vergrijzing; dit is zowel vergrijzing onder het personeel in de zorg waardoor er veel mensen met pensioen gaan, als de vergrijzing van de maatschappij waardoor er meer zorg nodig is voor de ouder wordende bevolking. Bij ongewijzigd beleid werkt in 2060 1 op de 3 Nederlanders in de zorg (nu 1 op de 6). De Nederlandse zorg presteert over het algemeen goed, maar de groei van de zorg(vraag) is op termijn onhoudbaar.

Door deze toenemende druk wordt er steeds meer geprobeerd om het systeem te ontlasten. Koning Willem-Alexander riep al in 2013 dat onze verzorgingsstaat plaats zou maken voor een participatiesamenleving, waarin ieder zijn eigen verantwoordelijkheid neemt en meer wordt verwacht van informele (mantel)zorg. Daarna is ook de roep naar preventie en algemene gezondheid toegenomen. Zo wordt er steeds meer gekeken naar hoe een gezonde leefstijl kan worden gestimuleerd om ziekten te voorkomen (belasting van groente en fruit naar tabak, suiker en vlees). Ook is er meer aandacht voor een gezonde werk- & leefomgeving (luchtkwaliteit, gezonde werkplekken) en wordt er gekeken naar sociale oorzaken van ziekten (positieve gezondheid, armoede, stress).

2. Ruimtelijke transitie

Door de groeiende bevolking, hoge bevolkingsdichtheid, uitbreiding van infrastructuur, inpassing van wind- en zonne-energie, klimaatadaptatie en natuurontwikkeling groeit Nederland uit haar fysieke grenzen. Versterkt door bodemdaling en de stijging van de zeespiegel door klimaatverandering worden deze grenzen ook nog onder druk gezet. Deze integrale water-, klimaat-, natuur-, energie- en woonopgave heeft verstrekkende gevolgen voor de ruimtelijke ordening.

Het realiseren van al deze opgaven zal grote gevolgen hebben voor het huidige landschap. Dit vraagt op verschillende niveaus om nieuwe afwegingen en integrale keuzes te maken ten aanzien van ons ruimtegebruik (omgevingswet). Hierbij wordt ook in toenemende mate gekeken naar of en hoe ruimtefuncties te combineren zijn (e.g. landbouw en natuurbeheer), welke functies we prioriteren en of er functies zijn die we niet meer in Nederland willen beleggen (datacentra en logistieke hubs).

3. Financiële transitie

De vrije markt economie uit het neoliberalisme, knelt op sommige punten met een samenleving die verantwoord omgaat met mensen, middelen en de natuur. De focus op groei en het korte termijn denken beperken de brede welvaart en de veerkracht van de samenleving. Ook komt het financiële systeem steeds meer in het gedrang met de planetaire grenzen. De financiële transitie gaat daarom over de veranderingen die nodig zijn om het financiële systeem duurzamer en mensgerichter te maken.

Een belangrijk doel van de financiële transitie is het verminderen van de impact van de financiële sector op het milieu en het stimuleren van investeringen in duurzame projecten. Financiële instellingen kunnen bijvoorbeeld duurzame investeringen stimuleren door middel van groene leningen, groene obligaties en duurzame beleggingsfondsen. Daarnaast wordt er ook gekeken naar het verminderen van de risico’s van klimaatverandering voor het financiële systeem. De financiële sector kan bijvoorbeeld te maken krijgen met verliezen als gevolg van schade door klimaat gerelateerde gebeurtenissen of het stranden van investeringen in fossiele brandstoffen. Tot slot richt deze transitie zich op een transparanter, stabieler en veerkrachtiger systeem.

Een echte doorbraak is er nog niet, maar er zijn wel steeds meer haarscheurtjes te zien in het systeem door initiatieven zoals de ‘donut-economie’ , cryptomunten, de snelle groei van duurzame en digitale banken, de opkomst van crowdfunding, de opkomst van financiële coöperaties en decentrale verzekeringsvormen zoals broodfondsen.

4. Sociale transitie

Onze maatschappij is van oudsher top-down georganiseerd en verkokerd via vakbonden, omroepen, kranten, politieke partijen en banken. De afgelopen decennia is daar liberalisering bovenop gekomen. Dit heeft geleid tot meer bureaucratie in verschillende (deel)systemen zoals de zorg en het onderwijs. De sociale transitie heeft betrekking op de veranderingen die nodig zijn om de samenleving mensgerichter en inclusiever te maken.

Een belangrijk doel van de sociale transitie is het verminderen van sociaaleconomische ongelijkheid en het creëren van een duurzamere en inclusievere samenleving. Dit kan bijvoorbeeld door het stimuleren van sociale innovatie, het bevorderen van duurzaam ondernemerschap en het beter ondersteunen van burgerinitiatieven in duurzame wijken en buurten. Dit leidt tot een nieuw horizontaal en decentraal sociaal weefsel, waarin iedereen ongelijk is, maar wel gelijke rechten heeft. Samenredzaamheid als uitgangspunt en met een duidelijke lange termijn visie. Hoe dit nieuwe systeem er precies uit gaat zien is nog onduidelijk.

5. Democratische transitie

Er is toenemend ongenoegen over het functioneren van de democratie in Nederland en in veel landen in de VS, Zuid-Amerika, Europa en delen van Azië. Hierbij is opvallend dat iedereen verlangt naar democratie, maar niemand echt meer gelooft in hoe deze wordt ingericht. Mensen voelen zich klem zitten tussen de kilte van de markt en de bureaucratie van de overheid. Er is een nieuwe balans nodig tussen burger, markt en overheid. Daarnaast zijn er ook geopolitieke verschuivingen gaande. Rond 2030 is de verwachting dat China de VS voorbij gaat als het gaat om de grootste economische macht van de wereld. Als dat gebeurt, zal de frictie toenemen tussen beide landen en tussen de onderliggende systemen en waarden (democratie versus communisme, individu versus het collectief, vrijheid van meningsuiting versus censuur).

De democratische transitie heeft daarmee betrekking op de veranderingen die nodig zijn om onze democratie te versterken en aan te passen aan de uitdagingen van de 21e eeuw. Hierbij gaat het onder meer om het vergroten van de betrokkenheid en participatie van burgers in de politiek, het versterken van de rechtsstaat en het waarborgen van fundamentele vrijheden en mensenrechten. Op verschillende plaatsen wordt al geëxperimenteerd met andere democratische vormen zoals burgerberaden, burgerbegrotingen, wijkbegrotingen en de G1000.

Transities vragen om netwerksamenwerking

Deze eeuw gaan we wereldwijd op weg naar een beschaving die binnen de planetaire grenzen opereert en voldoet aan een sociale standaard. De kans is groot dat we deze transities zullen blijven behandelen met een combinatie van verrassende vindingrijkheid, onverklaarbaar uitstelgedrag, effectief aanpassingsvermogen en ergerlijk falen om te reageren.

Er is nog veel onzeker, maar het staat vast dat publieke- & private partijen samen zullen moeten werken en leren om deze uitdagingen te boven te komen. Publiek- en private samenwerking gebeurt vrijwel altijd in netwerken, omdat zich vraagstukken voordoen die één organisatie zelf niet kan oplossen. Dit vraagt om sterke netwerksamenwerkingen. Maar het opzetten van een samenwerking tussen verschillende organisaties is uitdagend, laat staan een goede afstemming tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheden (triple helix). In een netwerksamenwerking of netwerkorganisatie verlopen de processen vaak net even anders.

Specifiek voor het samenwerken in Triple Helix organisaties hebben wij een gratis masterclass ontwikkeld. De masterclass is vooral bedoeld voor beleidsmakers, managers en uitvoerders binnen sociaal-, economisch- en onderwijsdomein. Meer informatie over deze gratis masterclass is hier te vinden.

Over Wise up Consultancy: Wij helpen (semi)overheden, onderwijsinstellingen en netwerkorganisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Hiermee bewerkstelligen we maatschappelijke impact door de arbeidsmarkt in balans te houden en zo veel mogelijk mensen mee te laten doen.

Bronnen

NRC (2023). In Davos praat men over een wereld in polycrisis

Volkskrant (2022). Nog even en een zware zorgcrisis klopt aan de deur. Waarom zorgen we toch zo slecht voor onze zorg?

WRR (2021). Kiezen voor houdbare zorg

Change.inc (2021). Amsterdam wil donutstad worden. Hoe staan we ervoor?

Interview met Wise up collega: Lisa Kessels

Geschreven door Margot Vaarmeijer. Deze keer een interview met Lisa Kessels. Lisa is in maart begonnen als consultant bij Wise up. Wat heeft haar bewogen om voor Wise up aan de slag te gaan? En hoe bevalt het? Tijd om Lisa beter te leren kennen.

Lisa in het kort – heeft een master Innovation and Entrepreneurship – is graag creatief bezig – wordt gedreven door innovatie – wil liefst loslopende konijntjes in huis – knapt meubels op samen met haar opa

Als Noord-Brabantse uit de buurt van Eindhoven heeft Lisa uiteindelijk haar thuis gevonden in Nijmegen. Ze deed eerst Business Innovation in ’s-Hertogenbosch met stages in Rotterdam en Utrecht. Aan de Radboud Universiteit behaalde zij vervolgens haar master Innovation and Entrepreneurship. Innovatie en conceptontwikkeling lopen als rode draad door haar werkervaring, van vernieuwen binnen een start-up met kleine robots voor mensen met dementie tot het ontwikkelen van een horecaconcept voor de onderwijsbranche. In haar vrije tijd houdt ze van winkelen, lekker eten en quality time doorbrengen met vrienden.

Hoe begin jij je dag?

Van alle collega’s woon ik het dichtst bij kantoor, maar toch sta ik relatief vroeg op omdat ik ervan houd om de dag rustig te beginnen. De avond van te voren leg ik mijn kleding al klaar, zodat ik ‘s-ochtends ontspannen samen met mijn vriend kan ontbijten. Ik eet havermout met wat fruit. Daarna vertrek ik naar kantoor of een van mijn opdrachtgevers. Ook zijn er dagen dat ik samen met een collega afspreek in een koffiebar om eens in een andere setting te werken.

Wat heeft jou bewogen om bij Wise up aan de slag te gaan? En hoe bevalt het?

Mijn eerste kennismakingsgesprek met Wise up heb ik via Teams gevoerd vanuit Berlijn, waar ik gewoond heb na het behalen van mijn master. Het was een ontspannen gesprek waarbij ik direct een klik voelde. Wat mij goed bevalt in het werk als consultant bij Wise up is de diversiteit aan projecten. Ik word uitgedaagd om mijn competenties op veel manieren en in verschillende contexten in te zetten. Binnen de projecten combineer ik analytisch denken en creatief ontwikkelen met elkaar en trek ik de component innovatie graag naar me toe. Een voorbeeld hiervan is de masterclass Design Thinking en AI die ik recent gegeven heb, erg leuk om te doen. De verbinding aangaan met de mensen met wie ik samenwerk staat bij mij hoog in het vaandel. Dit lukt binnen mijn projecten, waarbinnen ik te maken krijg met zoveel verschillende type mensen. Dit boeit mij en maakt dat ik met veel plezier naar het werk ga.

Als je een droomopdracht zou omschrijven, hoe ziet deze er dan uit?

Het gevoel dat je ergens aan bouwt is voor mij het mooiste bij een opdracht. Het liefste werk ik aan projecten die gericht zijn op innovatie en conceptontwikkeling, omdat het past bij mijn achtergrond en ervaring. Een droomopdracht is een project waarbij ik daadwerkelijk alle fases binnen zo’n traject doorlopen kan. Van onderzoek naar het daadwerkelijke probleem van de opdrachtgever, naar brainstormsessies begeleiden, naar het ontwikkelen van de oplossing of advies en het uiteindelijk ook daadwerkelijk implementeren ervan. Momenteel begeleid ik voor opdrachtgevers al bepaalde trajectfases. Binnen die opdrachten werken overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen met elkaar samen in een zogenaamde triple helix samenwerking. Een interessant speelveld waarin er ruimte is om met innovatie aan de slag te gaan.

Wat zouden mensen niet van jou verwachten?

Mijn grote passie voor interieur. Ik struin graag kringloopwinkels en marktjes af om oude spullen op de kop te tikken die ik een tweede leven kan geven door ze op te knappen. Dit heb ik van mijn opa geleerd, met wie ik nog regelmatig samen meubels opknap. Ook schilder ik graag en heb ik zelfs wat van mijn schilderijen verkocht.

Vroeger gingen we jaarlijks op vakantie naar een boerderij in Duitsland. Ik vond het geweldig om de koeien te melken en mee te rijden op de tractor. Dat komt nu terug in het opzoeken van de natuur zodra ik op vakantie ga. Voor mij geen strandvakanties of all inclusive resorts. Roadtrips en hiken in de natuur van Noorwegen, Schotland of Madeira vind ik fantastisch. IJsland en Azië staan bijvoorbeeld hoog op mijn wensenlijst. Tot slot ben ik een groot dierenliefhebber. Mijn huis is er niet echt geschikt voor, maar liefst zou ik wat konijntjes los door het huis laten huppelen.

Ben je benieuwd naar wat Lisa voor jouw organisatie kan betekenen? Of wil je graag verder praten? Neem dan contact op via lisa.kessels@wiseup.nl. Bekijk hier het volledige profiel van Lisa Kessels.

Over Wise up Consultancy: Wij helpen (semi)overheden, onderwijsinstellingen en netwerkorganisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Hiermee bewerkstelligen we maatschappelijke impact door de arbeidsmarkt in balans te houden en zo veel mogelijk mensen mee te laten doen.

Wise up Trainingen

Wat doet de energietransitie met banen wereldwijd?

Momenteel vindt er wereldwijd een grote verschuiving plaats van fossiele brandstoffen naar duurzame en schone energiebronnen. De energietransitie heeft niet alleen gevolgen voor het milieu, maar ook voor de arbeidsmarkt. In deze blog zullen we de impact van de energietransitie op de arbeidsmarkt verkennen. Hierbij kijken we naar zowel de kansen als de uitdagingen die deze overgang met zich meebrengt.

Een van de belangrijkste aspecten van de energietransitie is de creatie van nieuwe werkgelegenheid. De ontwikkeling en implementatie van hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne- en windenergie, leiden tot een groeiende vraag naar gespecialiseerde professionals. Banen op het gebied van zonne-energie-installatie, windturbineonderhoud, energie-efficiëntieadvies en elektrische voertuigtechnologie zijn slechts enkele voorbeelden van nieuwe mogelijkheden die ontstaan ​​door de energietransitie. Deze groeiende sector biedt kansen voor zowel hoogopgeleide professionals als geschoolde werknemers. Het betreft hier in eerste instantie banen die  gericht zijn op installatie, maar ook in de toekomst zal een verhoogde vraag blijven in verband met het onderhoud dat gerelateerd is aan deze installaties.

Niet alleen in Nederland heeft de energietransitie grote impact op de arbeidsmarkt. Volgens het rapport “Renewable Energy and Jobs” van het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie (IRENA, 2022), bood de hernieuwbare energie sector tot 2022 wereldwijd al meer dan 12,7 miljoen banen. IRENA voorspelt dat deze sector tegen 2050 kan groeien tot 42 miljoen banen, waarmee het een belangrijke motor wordt voor werkgelegenheidsgroei.

Omscholing en bijscholing

Naast nieuwe banen vraagt de energietransitie ook om omscholing en bijscholing van werknemers in bestaande industrieën. Met de afname van het gebruik van fossiele brandstoffen zullen sectoren zoals de olie- en gasindustrie te maken krijgen met banenverlies. Het is van cruciaal belang om deze werknemers de mogelijkheid te bieden om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen en zich aan te passen aan de veranderende arbeidsmarkt. Overheidsprogramma’s en investeringen kunnen worden ingezet om omscholing en bijscholing te faciliteren, zodat werknemers kunnen overstappen naar banen in opkomende groene sectoren.

Regionale verschillen

De impact van de energietransitie op de arbeidsmarkt kan regionaal sterk variëren. Gebieden die traditioneel afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, zoals kolenmijnen of olievelden, kunnen te maken krijgen met aanzienlijke werkloosheid en economische uitdagingen. Het is belangrijk om hierbij te erkennen dat getroffen werknemers ondersteund moeten worden bij het vinden van nieuwe kansen in duurzame sectoren. Dit kan onder meer betekenen dat er investeringen worden gedaan in de ontwikkeling van hernieuwbare energieprojecten in deze gebieden, evenals in herplaatsingsprogramma’s en een sociaal vangnet voor werknemers die worden getroffen door de veranderingen.

Momenteel zijn er in Nederland 30 RES-regio’s (Regionale Energie strategieën) actief, die samenwerken aan het realiseren van de nationale doelstellingen op het gebied van duurzame energie. Een RES-regio heeft de taak om een strategie te ontwikkelen om de nationale doelstellingen op het gebied van duurzame energieopwekking te realiseren.

In de RES-regio’s worden verschillende aspecten van de energietransitie onderzocht, zoals de potentie voor duurzame energieopwekking, de benodigde infrastructuur, de betrokkenheid van burgers en bedrijven, en de ruimtelijke inpassing van nieuwe energieprojecten. Op basis van deze analyse worden concrete plannen en maatregelen ontwikkeld. Voorbeelden hiervan zijn het plaatsen van windturbines, het realiseren van zonneparken en het stimuleren van energiebesparing.

De RES-regio’s richten zich niet rechtstreeks op de arbeidsmarkt. Ze kunnen indirect wel invloed uitoefenen op de werkgelegenheid en banencreatie in de duurzame energiesector. Op sommige gebieden hebben ze een faciliterende rol. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan bij- en omscholing. RES-regio’s en arbeidsmarktregio’s moeten nauw samenwerken om de klimaatdoelstellingen en arbeidsmarktvraagstukken dichter bij elkaar te brengen en in gezamenlijkheid op te pakken.

Mocht je meer te weten willen komen over de energietransitie, dan staat hieronder een aantal betrouwbare en actuele bronnen. Deze kun je raadplegen voor informatie over de impact van de energietransitie op Nederlandse banen. Daarnaast is het ook mogelijk om ons whitepaper energietransitie te lezen. Hierin geven wij meer inzicht in de daadwerkelijke cijfers van de energietransitie en beschrijven we de implicaties voor zowel het onderwijs als de overheid.

  • Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) – Het PBL voert regelmatig onderzoek uit naar de energietransitie en de gevolgen ervan voor de economie en de arbeidsmarkt. Ze publiceren rapporten en studies over dit onderwerp, die waardevolle inzichten bieden.
  • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) – Het CBS publiceert regelmatig statistieken en rapporten over de arbeidsmarkt en economische ontwikkelingen in Nederland. Raadpleeg deze voor informatie over de werkgelegenheid in de energie- en duurzaamheidssector.
  • Ministerie van Economische Zaken en Klimaat – Het ministerie publiceert vaak beleidsdocumenten en rapporten over de energietransitie en de impact ervan op de arbeidsmarkt. Hun website bevat up-to-date informatie.

In aansluiting op ons laatste whitepaper over de inzet van AI, hebben we ook ChatGPT gevraagd om de grootste kansen en uitdagingen van de energietransitie. Zie hieronder de kansen en uitdagingen die AI ziet rondom de energietransitie!

Kansen:

  • Nieuwe werkgelegenheid door het ontstaan van ‘Groene banen’
  • Technologische innovaties worden bevorderd
  • Economische groei kan plaatsvinden na investeringen
  • Milieubescherming

Uitdagingen:

  • Verlies van banen
  • Infrastructuur (gebrek aan) en investeringen
  • Regelgevingskaders dienen helder te worden opgesteld
  • Sociale rechtvaardigheid komt in het geding doordat momenteel nog niet alle bevolkingsgroepen kunnen profiteren van de energietransitie
  • Internationale samenwerking is van cruciaal belang voor het realiseren van de mondiale doelstellingen

Wise up biedt ondersteuning om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt dichter bij elkaar te brengen. Bijvoorbeeld het opstellen van een Human Capital Agenda (HCA) op het gebied van energietransitie en duurzaamheid. Of het meewerken aan onderzoek rondom klimaatadaptatie of circulaire economie. Benieuwd wat we voor jou kunnen betekenen? Neem gerust contact met ons op.

Als jij meer wilt weten over de impact van de energietransitie op de arbeidsmarkt en het onderwijs, lees dan het whitepaper dat Wise up Consultancy heeft geschreven over hoe we aan genoeg personeel kunnen komen voor een succesvolle energietransitie. Benieuwd? Klik dan hieronder:

Over Wise up Consultancy: Wij helpen (semi)overheden, onderwijsinstellingen en netwerkorganisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Hiermee bewerkstelligen we maatschappelijke impact door de arbeidsmarkt in balans te houden en zo veel mogelijk mensen mee te laten doen.

De uitdagingen en kansen van de grondstoffentransitie: waarom we nu actie moeten ondernemen

Veel aandacht in Nederland gaat uit naar de energietransitie: van zonnepanelen, windturbines tot het inzetten van warmtepompen. Voorbeelden die iedereen kent. Maar met alleen de energietransitie redden we het niet. Zonder de grondstoffentransitie komen de klimaatdoelen in de knel. We zullen radicaal efficiënter moeten omgaan met grondstoffen, materialen en producten. Hergebruik, reparatie en recycling van producten en materialen moeten deel gaan uitmaken van het dagelijks leven. Circulair grondstoffen- en materialengebruik vermindert ook de leveringsrisico’s uit geopolitiek instabiele landen, zoals China of Rusland (SER, 2022). In deze blog gaan we verder in op deze urgentie en geven we twee voorbeelden van succesvolle projecten op dit vlak. Ook beschrijven we de noodzaak van extra acties op de arbeidsmarkt.

Onvoldoende urgentiegevoel

Hoewel het duidelijk is dat we strategische keuzes moeten maken over gebruik en beschikbaarheid van grondstoffen, wordt die urgentie door overheid en bedrijfsleven onvoldoende gevoeld. Er zijn uitgebreide roadmaps en financiële middelen vrijgemaakt om de energietransitie mogelijk te maken maar er wordt nog niet genoeg aandacht besteed aan de grondstoffentransitie (Rabobank, 2022).

Weliswaar heeft de overheid een Nationaal Programma Circulaire Economie 2023 – 2030 (Rijksoverheid, 2023) waarin staat dat Nederland in 2050 volledig circulair moet zijn. Uit het rapport van de SER blijkt dat de maatregelen van het kabinet niet voldoende zijn voor een volledig circulaire economie in 2050. De doelstelling om het gebruik van niet-biologische grondstoffen in 2030 te halveren wordt waarschijnlijk niet gehaald.

Daarnaast blijven we de komende tijd volledig afhankelijk van derde landen voor de beschikbaarheid van kritische grondstoffen waarvoor nog geen alternatief is gevonden. De oproep van de SER is dan ook duidelijk: de grondstoffentransitie moet dezelfde urgentie krijgen als de energietransitie.

Vanuit Wise up zijn we betrokken bij diverse projecten die aan de grondstoffentransitie bijdragen. Hieronder beschrijven we twee voorbeelden van projecten en programma’s die gericht zijn op het realiseren van een circulaire aanpak.

Voorbeeld 1 – De Green Chemistry Accelerator

Met dit programma worden bedrijven die werken met niet fossiele grondstoffen ondersteund om verder te innoveren en op te schalen. Het opstarten en opschalen van een groen chemie bedrijf dat een sleutelrol speelt in de transitie naar een circulaire, niet op fossiele grondstoffen gebaseerde, economie is namelijk complex. Met name het krijgen van klant commitment en het financieren van pilot en demo fabrieken is erg uitdagend. Hierdoor duurt het lang voordat bedrijven hun waarde in de markt kunnen aantonen.

De Green Chemistry Accelerator helpt juist deze bedrijven om hun bedrijfsspecifieke barrières weg te nemen om de marktadoptie te verhogen en de juiste investeerders aan te trekken. Na een succesvolle eerste ronde wordt in het najaar van 2023 een tweede ronde van het programma gestart.

Voorbeeld 2 – BioBased Circular

Een andere belangrijke actie is de recente aanvraag voor het groeifonds BioBased Circular door het Platform Groene Chemie, Nieuwe Economie.

Dit groeifondsvoorstel BioBased Circular maakt de weg vrij om in Nederland over te schakelen op het gebruik van klimaatneutrale materialen. In de komende acht jaar worden nieuwe productieketens ontwikkeld voor onder andere plastics, kunststoffen en bouwmaterialen die minstens zo concurrerend zijn als de huidige, maar met een groot verschil: ze verruilen fossiele koolstofverbindingen voor plantaardige. Het resultaat: een natuurlijke materialenkringloop die CO2-neutraal is, onuitputbaar is en een fantastisch internationaal economisch perspectief heeft.

Zoals met bovenstaande voorbeelden wordt aangetoond, zijn veel branches, regio’s, provincies en ministeries bezig om de grondstoffentransitie en de circulaire economie aan te jagen.

Dit zijn slechts twee voorbeelden die komen uit de sector chemie. Voor sectoren als de maakindustrie en de bouwsector worden ook tal van projecten en programma’s ontwikkeld om tot een circulaire aanpak te komen.

Aanpak arbeidsmarkt

Deze transitie vraagt ook om een andere arbeidsmarktaanpak. In april 2023 is hierover het rapport verschenen naar knelpunten op de arbeidsmarkt die een belemmering vormen voor de ontwikkeling van een circulaire economie (Rijksoverheid, 2023). Een van de belangrijkste conclusies is dat het gebrek aan voldoende tijd en budget wordt gezien als het belangrijkste knelpunt rondom het bijscholen van personeel voor de circulaire economie. Echter, slechts 44% van de respondenten is bezig met het bijscholen van personeel op dit gebied. Hierop is dus nog veel actie nodig.

Wise up Consultancy biedt ondersteuning om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt dichter bij elkaar te brengen. Bijvoorbeeld het opstellen van een Human Capital Agenda (HCA) op het gebied van energietransitie en duurzaamheid. Of het meewerken aan onderzoek rondom klimaatadaptatie of circulaire economie. Benieuwd wat we voor jou kunnen betekenen? Neem gerust contact met ons op.

Wise up Consultancy heeft een whitepaper geschreven met trends en aanbevelingen om de krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan op strategisch niveau. Innovatie is één van de draaiknoppen. Mocht je benieuwd zijn en meer willen lezen over de strategische draaiknoppen, klik dan hieronder:

MC_strategische_draaiknoppen

Over Wise up Consultancy: Wij helpen (semi)overheden, onderwijsinstellingen en netwerkorganisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Hiermee bewerkstelligen we maatschappelijke impact door de arbeidsmarkt in balans te houden en zo veel mogelijk mensen mee te laten doen.

Geraadpleegde bronnen:

SER. (2022). Verkenning: Evenwichtig sturen op de grondstoffentransitie en de energietransitie voor brede welvaart. Opgehaald van ser.nl

Rabobank. (2022). Update: Grondstoffentransitie is minstens zo urgent voor het bedrijfsleven als de energietransitie. Opgehaald van rabobank.nl

Rijksoverheid. (2023). Beleidsnota: Nationaal Programma Circulaire Economie 2023 – 2030. Opgehaald van rijksoverheid.nl

Rijksoverheid. (2023). Bijlage bij kamerbrief over circulaire economie: Aan de slag met de Circulaire Arbeidsmarkt. Opgehaald van rijksoverheid.nl

De energietransitie in andere landen

Nederland staat voor een van de grootste uitdagingen van de moderne tijd: de energietransitie. In de nasleep van wereldwijde klimaatverandering en de noodzaak om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen, heeft Nederland zichzelf ambitieuze doelstellingen gesteld op het gebied van duurzame energie. Maar dit geldt natuurlijk niet alleen voor Nederland, ook andere landen houden zich volop bezig met de transitie naar een nieuw en duurzamer energiesysteem. In dit blog nemen we drie landen, Duitsland, de VS en India onder de loep. We gaan in op een aantal aspecten van de energietransitie zoals deze daar verloopt. Door te ontdekken hoe in andere landen wordt gewerkt, leer je hoe het ook anders kan.

De energietransitie in Duitsland

Duitsland staat wereldwijd bekend om zijn Energiewende, een term die verwijst naar de energietransitie die het land ondergaat. De Energiewende is een ambitieus beleid dat gericht is op de overgang naar een duurzame, koolstofarme energievoorziening. Het heeft tot doel de afhankelijkheid van kernenergie en fossiele brandstoffen te verminderen en in plaats daarvan het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen. Een van de belangrijkste doelen van de energietransitie in Duitsland is het bereiken van een CO2-neutrale energievoorziening tegen 2050 en 55% reductie in 2030. Dit is in lijn met de Nederlandse doelstellingen en het Europees CO2 reductie doel (Rijksoverheid, 2023).

Een van de opvallende kenmerken van de energietransitie in Duitsland is de sterke nadruk op hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne-energie, windenergie, biomassa en hydropower. Een ander belangrijk aspect van de energietransitie in Duitsland is de uitfasering van kernenergie. Na de kernramp in Fukushima in 2011 heeft Duitsland besloten om volledig af te stappen van kernenergie en alle nucleaire centrales te sluiten (Duitsland instituut, 2022).

De energietransitie in de VS

De energietransitie in de Verenigde Staten is een complex en dynamisch proces dat wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder technologische ontwikkelingen, overheidsbeleid, economische overwegingen en maatschappelijke druk. Hoewel er geen uniforme aanpak is in het hele land, zijn er enkele belangrijke trends en inspanningen die de energietransitie in de VS kenmerken.

Zo is er een aanzienlijke toename van investeringen in schone energieprojecten in de VS. Zowel particuliere bedrijven als overheidsinstanties investeren in de ontwikkeling van grootschalige zonne- en windparken, energieopslagtechnologieën en elektrische voertuigen. Daarnaast is een groeiende trend in de VS de opkomst van decentrale energieopwekking, zoals zonnepanelen op daken en kleine windturbines. Steeds meer huishoudens en bedrijven wekken hun eigen energie op en verminderen zo hun afhankelijkheid van het elektriciteitsnet. Daarnaast wordt er steeds meer aandacht besteed aan energie-efficiëntie in gebouwen, industrie en transport om het energieverbruik te verminderen.

Hoewel het federale beleid in de VS kan variëren afhankelijk van het bestuur, hebben veel staten en lokale overheden ambitieuze klimaatdoelstellingen en stimuleringsbeleid vastgesteld om de energietransitie te bevorderen. Dit omvat het stimuleren van schone energieproductie, het implementeren van energiebesparingsprogramma’s en het bevorderen van elektrische voertuigen.

De energietransitie in India

India ondergaat momenteel een ambitieuze energietransitie om de groeiende energiebehoeften aan te pakken en de milieu-impact te verminderen. Het land heeft een sterke focus op hernieuwbare energiebronnen, met name zonne-energie. India is een van ’s werelds grootste producenten van zonne-energie en heeft ambitieuze doelstellingen gesteld om tegen 2030 450 gigawatt aan hernieuwbare energiecapaciteit te bereiken. Naast hernieuwbare energie richt India zich ook op energie-efficiëntie, met programma’s om energiezuinige praktijken te bevorderen in gebouwen, industrie en transport. Bovendien stimuleert India de elektrificatie van het transportsysteem, met plannen om de adoptie van elektrische voertuigen te bevorderen en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen (National GeoGraphic, 2017).

Een belangrijk aspect van de energietransitie in India is het verbeteren van de energietoegang voor de bevolking. Miljoenen mensen in India hebben nog steeds geen toegang tot betrouwbare elektriciteit. Verschillende initiatieven zijn gelanceerd om universele toegang tot elektriciteit te realiseren en de energiearmoede aan te pakken. Dit omvat de uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk en de promotie van decentrale energieopwekking in afgelegen gebieden.

Vergelijking van de landen

Elk land heeft zijn eigen unieke uitdagingen en kansen op weg naar een duurzame energietoekomst. Wil je toch een vergelijking trekken tussen de milieuprestaties van de landen, dat kan met de Environmental Performance Index (EPI):

  • Nederland, EPI plaats 11 (2022);
  • Duitsland, EPI plaats 13 (2022);
  • VS, EPI plaats 43 (2022);
  • India, EPI plaats 180 (2022).

(Environmental Performance Index, 2023)

Over het algemeen hebben alle genoemde landen significante stappen gezet in de energietransitie, maar de specifieke benaderingen en de mate van voortgang verschillen. Het is belangrijk op te merken dat de energietransitie een continu proces is en dat landen voortdurend hun inspanningen en beleid moeten evalueren en aanpassen om de overgang naar een duurzamere energievoorziening te bevorderen.

Wise up biedt ondersteuning om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt dichter bij elkaar te brengen. Bijvoorbeeld het opstellen van een Human Capital Agenda (HCA) op het gebied van energietransitie en duurzaamheid. Of het meewerken aan onderzoek rondom klimaatadaptatie of circulaire economie. Benieuwd wat we voor jou kunnen betekenen? Neem gerust contact met ons op.

Als jij meer wilt weten over de impact van de energietransitie op de arbeidsmarkt en het onderwijs, lees dan het whitepaper dat Wise up Consultancy heeft geschreven over hoe we aan genoeg personeel kunnen komen voor een succesvolle energietransitie. Benieuwd? Klik dan hieronder:

Over Wise up Consultancy: Wij helpen (semi)overheden, onderwijsinstellingen en netwerkorganisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Hiermee bewerkstelligen we maatschappelijke impact door de arbeidsmarkt in balans te houden en zo veel mogelijk mensen mee te laten doen.

Geraadpleegde bronnen:

Duitsland instituut. (2022). Factsheet: Energie in Duitsland. Opgehaald van duitslandinstituut.nl

Chat GPT, via https://chat.openai.com/

Environmental Performance Index. (2023). 2022 EPI Results. Opgehaald van epi.yale.edu

National GeoGraphic. (2017). India zet grootscheeps in op schone energie, duurzame verlichting en schone auto’s. Opgehaald van nationalgeographic.nl

Rijksoverheid. (2023). Rijksoverheid stimuleert duurzame energie. Opgehaald van rijksoverheid.nl

De Beroepentuin; in 10 weken naar een startfunctie in de energietransitie

De Beroepentuin is wat ons betreft een mooi voorbeeld van een initiatief waarin economische- en sociale thema’s samenkomen. In slechts 10 weken leidt de Beroepentuin mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op tot technisch vakmens met baangarantie in de energietransitie. Het blijkt een succes. In 2022 stroomden maar liefst 280 deelnemers door naar een betaalde baan.

De Beroepentuin sprong 3 jaar geleden in een gat op de arbeidsmarkt. Een gat dat inmiddels zo groot is, dat initiatieven als deze een voorbeeldfunctie hebben voor het afstemmen van vraag en aanbod in de markt. Er is namelijk een grote groep mensen die graag kan en wil werken, maar niet aan een baan komt. De Beroepentuin begeleidt deze mensen via een voorschakeltraject naar een instapbaan in de energietransitie. Dit doen zij samen met ondernemers, onderwijs en overheden.

Waar leerlingen binnen het MBO vaak opgeleid worden tot niveau 3 en 4 in de elektrotechniek, richt de Beroepentuin zich juist op niveau 1 (max 2). Omdat hier veel vraag en weinig aanbod in is. Daarbij richten ze zich ook op schoolverlaters, statushouders en ex-gedetineerden. De Beroepentuin ‘versimpelt’ als het ware beroepen in de energietransitie tot instapbanen – waar de komende jaren veel vraag naar is. Zo leiden ze o.a. op tot: monteur zonnepanelen, vloer- of wandverwarming, elektro, laadpaal en warmtepomp maar ook metselaar en tegelzetter. Dit kan per vestiging verschillen, afhankelijk van de regionale vraag. Elke opleiding biedt een combinatie van benodigde werkzaamheden. Zo leert een laadpaalmonteur bijvoorbeeld ook straten maken. Juist die combinatie spreekt leerlingen vaak meer aan dan bijvoorbeeld het vak van stratenmaker alleen.

Via UWV en gemeenten komen leerlingen bij de Beroepentuin. Zij starten met een oriëntatie op alle werkzaamheden om te kijken waar hun interesse en talent liggen. Na twee weken maken de kandidaten een keuze en gaan ze zich gedurende zes weken verdiepen in de gekozen leerlijn. Tijdens deze beroepsverdieping krijgen ze de benodigde werknemersvaardigheden en technieken aangeleerd door ervaren leermeesters en praktijkbegeleiders. Er wordt afgesloten met een technisch assessment om vast te stellen welk niveau de kandidaat heeft in een specifiek technisch beroep. Werkgevers zijn hier nauw bij betrokken, waardoor de stap naar een baan altijd snel gemaakt is.

In elke arbeidsmarktregio een Beroepentuin

De droom van de initiatiefnemers is om in elke arbeidsmarktregio een Beroepentuin te hebben. In 2019 startte de Beroepentuin met een eerste vestiging. Intussen zijn er 6 vestigingen (Rotterdam, Schiedam, Dordrecht, Den Haag, Utrecht en de Hoeksche Waard) en liggen er nog nieuwe vestigingen in het verschiet. De inclusieve werkwijze is daarbij niet onopgemerkt gebleven. In 2021 won de Beroepentuin de ‘Diversiteit in Bedrijf’-award van de SER voor meest inclusieve opleiding. En ook minister Carola Schouten is begin dit jaar op werkbezoek geweest bij dit initiatief. Daarnaast is er ook veel interesse bij Werkgeverservicepunten, Leerwerkloketten en werkgeversverenigingen. Heb je nu ook interesse in een Beroepentuin? Of wil je meer informatie? Neem dan vooral contact op met ons, we brengen je graag in contact met de initiatiefnemers.

Als jij meer wilt weten over de impact van de energietransitie op de arbeidsmarkt en het onderwijs, lees dan het whitepaper dat Wise up Consultancy heeft geschreven over hoe we aan genoeg personeel kunnen komen om de energietransitie het hoofd te bieden. Benieuwd? Klik dan hieronder:

Interview met Wise up collega: Michelle Baats

Geschreven door Elwin Dozeman. Deze keer een interview met Michelle Baats. Michelle is in december begonnen als consultant bij Wise up. Wat heeft haar bewogen om voor Wise up aan de slag te gaan? En hoe bevalt het? Tijd om Michelle beter te leren kennen.

Michelle in het kort – heeft twee masters afgerond – is een echte Bourgondiër – is nieuwsgierig en verkent graag verschillende invalshoeken – is een echte klusser – gaat elke dag in bad

Michelle heeft European Studies gedaan aan de Universiteit Maastricht. Daarna heeft ze twee masters gedaan: Politicologie en de master European Studies, beide aan de KU Leuven. Hier heeft ze ook twee jaar gewoond. Daarna is ze terug naar Nederland gekomen en begonnen met werken voor de Rabobank als financieel adviseur. Hier heeft ze 8 jaar gewerkt en veel interne opleidingen kunnen volgen. Hierna besloot ze om toch te kiezen voor iets dat beter bij haar opleidingen aansluit en vond ze een baan bij gemeente Leudal als beleidsadviseur welzijn (cultuur & sport). Om meer op projectbasis te kunnen werken en to the point bezig te zijn heeft ze nu de overstap naar Wise up gemaakt. Michelle woont in Roermond samen met haar partner, in een huis dat ze zelf helemaal hebben opgeknapt. Ze is een echte Bourgondiër en houdt van naar de stad gaan, lekker eten, terrasjes pakken en winkelen. Daarnaast zit ze bij een leesclub. Het leuke hieraan is voor Michelle dat iedereen een compleet ander leven heeft en hierdoor ook anders tegen de gelezen boeken aankijkt. Ze vindt het erg interessant om deze verschillende invalshoeken te zien.

Hoe begin jij je dag?

Ik sta elke dag eigenlijk op een andere tijd op, afhankelijk van de werkdag. Dan ga ik kort in bad, zodat ik fris de dag kan beginnen. Daarna eet ik ontbijt met de krant erbij, want ik vind het belangrijk om het nieuws te volgen. Als ontbijt eet ik altijd yoghurt met een banaan. Daarna ga ik me klaarmaken om te vertrekken. In totaal ben ik ongeveer 45 minuten bezig, dus ik doe alles best snel. Vervolgens stap ik de auto in om naar opdrachtgevers te rijden of ik werk thuis. Deze afwisseling vind ik heel fijn.

Wat heeft jou bewogen om bij Wise up aan de slag te gaan? En hoe bevalt het?

Ik houd van afwisseling en variatie. Ook ben ik nieuwsgierig en kijk ik graag in verschillende keukens. Dat kan ik bij Wise up als consultant, dus vandaar de overstap van een gemeente naar een consultancybureau. Dat bevalt me goed, het is fijn om verschillende opdrachten naast elkaar te doen en steeds iets nieuws te doen. Ik heb nu twee opdrachten die voor een gedeelte met elkaar samenhangen, maar wel voor voldoende afwisseling zorgen. Wat ik ook fijn vind, is dat elke opdracht een begin en een einde heeft, waardoor het op een bepaald moment klaar is en er iets opgeleverd wordt.

Als je een droomopdracht zou omschrijven, hoe ziet deze er dan uit?

Mijn droomopdracht is een opdracht waarbij je concreet met mensen werkt en verschil voor hen kan maken. Bijvoorbeeld een opdracht bij een sociale werkplaats waarbij je met je doelgroep in contact staat en kunt zien dat je werkzaamheden resultaat opleveren. Ook een coachende rol in een management- of teamleidersfunctie trekt mij aan, waarbij ik mij mag inspannen om de ander beter te maken. Daarnaast lijkt het me leuk om iets innovatiefs te doen, waarbij je samen met de mensen en de collega’s iets nieuws creëert.

Wat zouden mensen niet van jou verwachten?

Ik ben  handig en kan een compleet huis verbouwen. Als mensen mij zien dan hebben ze niet de verwachting dat ik dat kan, maar ik kan bijna alles zelf. Ik ben fysiek best een aanpakker en kan ook goed met mijn handen werken. Daarnaast maak ik graag lange wandelingen, vooral in het Zuid-Limburgse heuvelland. Daar ben ik ook wel twee keer in de maand te vinden voor een wandeling.

Ben je benieuwd naar wat Michelle voor jouw organisatie kan betekenen? Of wil je graag verder praten? Neem dan contact op via michelle.baats@wiseup.nl. Bekijk hier het volledige profiel van Michelle Baats.

Over Wise up Consultancy: Wij helpen (semi)overheden, onderwijsinstellingen en netwerkorganisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Hiermee bewerkstelligen we maatschappelijke impact door de arbeidsmarkt in balans te houden en zo veel mogelijk mensen mee te laten doen.

Wise up Trainingen

Grote mismatch in de techniek: 5 oplossingen om toch een match te maken

In dit blog: Hoe je in arbeidsmarktcijfers de mismatch tussen vraag en aanbod in de techniek terugziet en wat we eraan kunnen doen! Geschreven door Lars Damen.

Vraag naar technici

De techniek is één van de sectoren die al decennia een krapte laat zien op de arbeidsmarkt. Echter wanneer we alleen zouden afgaan op de huidige spanning is deze zeer krap (5,42), maar niet erger dan veel andere sectoren (zie tabel 1, bron UWV).

Beroepsklasse Openstaande vacatures 4e kwartaal 2022 Werkzoekenden zonder dienstverband Totaal werkzoekenden  Spanning
Agrarische beroepen 3.900 11.578 16.956 Krap (1,64)
Bedrijfseconomische en administratieve beroepen 85.300 86.969 129.045 Zeer Krap (5,43)
Commerciële beroepen 47.500 55.798 79.349 Zeer krap (6,12)
Creatieve en taalkundige beroepen 4.350 12.550 17.203 Krap (2,00)
Dienstverlenende beroepen 35.500 83.509 106.653 Zeer krap (6,35)
ICT beroepen 28.000 10.137 15.036 Zeer krap (14,89)
Managers 31.600 20.144 31.623 Zeer krap (4,54)
Openbaar bestuur, veiligheid en juridische beroepen 9.000 9.566 13.616 Zeer krap (5,77)
Pedagogische beroepen 15.250 20.092 29.087 Zeer krap (5,13)
Technische beroepen 78.750 145.908 198.640 Zeer krap (5,42)
Transport en logistiek beroepen 36.200 54.515 77.162 Zeer krap (5,16)
Zorg en welzijn beroepen 43.600 47.785 68.314 Zeer krap (5,99)

Tabel 1: aantal vacatures, werkzoekenden en spanning op de arbeidsmarkt per beroepsklasse (bron UWV)

Op basis van deze cijfers zou de krapte in 10 van de bovenstaande beroepsklassen weggestreept kunnen worden, als elk mens op elk aanbod zou passen. Alleen in de beroepsklasse ICT-beroepen en Managers zijn er minder werkzoekenden dan vacatures. Helaas kan dit wegstrepen niet, omdat hetgeen bedrijven vragen nooit helemaal goed aansluit op het aanbod van wat mensen te bieden hebben.

Wanneer er andere kennis, vaardigheden worden gevraagd dan dat er worden aangeboden spreken we van een kwalitatieve mismatch. Dit speelt vooral in de techniek: veel technische bedrijven hebben het extreem lastig om voldoende gekwalificeerde medewerkers te vinden.

Daarom is het interessant om wat dieper in de cijfers te duiken om te kijken hoe dat komt.

Aanbod van mensen die in de techniek willen werken

Tegenover de vraag staat een bepaald aanbod. In totaal zijn er 198.640 mensen werkzoekend in de techniek (zie tabel 1), waarvan 145.908 geen dienstverband hebben. Dit wil zeggen dat ongeveer 50.000 mensen wel een dienstverband hebben maar toch op zoek zijn naar ander werk.

Met name op het lager onderwijsniveau is het aanbod groot met 117.640 mensen die in een beroep in de techniek willen werken. Op beroepsniveau 2 is het aanbod 65.824. Op beroepsniveau 3 is het aanbod 8.595 en op beroepsniveau 4: 6.617. Daarmee is er binnen de techniek vooral aanbod op beroepsniveau 1 en 2 en slechts beperkt aanbod op niveau 3 en 4.

Waar gaat het mis-match?

Wat opvalt is het grote aanbod op beroepsklasse niveau 1 en de zeer beperkte vraag op dit beroepsniveau (zie tabel 2). Ruim 117.000 mensen op 5.750 vacatures.

ISCO beroepsklasse Duiding NL-onderwijs stelsel Vraag Aanbod
Totale vraag beroepsklasse 1 Lager onderwijs 5.750 117.604
Totale vraag beroepsklasse 2 Lager of middelbaar onderwijs 47.850 65.824
Totale vraag beroepsklasse 3 Middelbaar of hoger onderwijs 11.700 8.595
Totale vraag beroepsklasse 4 Hoger of wetenschappelijk onderwijs 12.500 6.617
77.800 198.640

Tabel 2: Vraag en aanbod naar beroepsklasse niveau in de techniek

Dit wil zeggen dat er veel mensen zijn die aan hebben gegeven te willen werken in de techniek maar geen beroepsopleiding hebben gevolgd. Op beroepsniveau 2 is de vraag groter en ligt het aanbod hier dichter in de buurt. Dit gaat om functies op mbo-niveau van 2 tot 4. De diversiteit van functies en daarmee ook de diversiteit aan talent in deze groep is groot. Omdat er een beroepsopleiding voor gevolgd moet worden, zijn vaardigheden op beroepsniveau 2 veel specifieker dan bij beroepsniveau 1. Een lasser heeft totaal andere vaardigheden nodig dan een schilder of een elektricien terwijl deze bij beroepsniveau 1 alle drie in dezelfde beroepsklasse worden ingedeeld en hetzelfde beroepsniveau.

Op beroepsklasse niveau 3 en 4 is de arbeidsmarkt wel krap maar gaat het om veel minder mensen en vacatures.

Openstaande vacatures

Wanneer we gaan kijken naar de openstaande vacatures binnen de techniek is er een breed scala aan beroepen waarin duizenden vacatures uitstaan. Zo is er erg veel vraag naar machinemonteurs, elektriciens, ingenieurs, technici bouwkunde en natuur, de complete lijst met het aantal vacatures is te zien in tabel 3.

Beroepsgroep Beroepsklasse Vacatures
Machine monteurs 2 10.750
Elektriciens 2 7.650
Ingenieurs 4 7.100
Technici bouwkunde en natuur 3 7.100
Hulpkrachten bouw en industrie 1 5.750
Productiemachine bedieners 2 4.700
Timmerlieden 2 4.100
Productieleiders industrie en bouw 3 4.050
Elektrotechnisch ingenieurs 4 3.400
Loodgieters en pijpfitters 2 2.950
Automonteurs 2 2.850
Metaalbewerkers en constructiewerkers 2 2.800
Bouwarbeiders afbouw 2 2.500
Assemblagemedewerkers 2 1.850
Schilders en metaalspuiters 2 1.850
Bouwarbeiders ruwbouw 2 1.800
Lassers en plaatwerkers 2 1.700
Productcontroleurs 2 1.600
Biologen en natuurwetenschappers 4 1.050
Architecten 4 950
Meubelmakers, kleermakers en stoffeerders 2 750
Procesoperators 3 550
Medewerkers drukkerij 2 500

Tabel 3: aantal vacatures per beroepsgroep in de techniek

Opvallend veel beroepen zitten in beroepsklasse 2.

Wat zijn de oplossingen?

Ondanks dat er erg veel vacatures zijn, staan er ook nog heel veel mensen aan de kant. Het is niet gemakkelijk maar er zijn wel degelijk maatregelen om vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen. Wij hebben 5 oplossingen gevonden die direct kunnen worden toegepast.

Oplossing 1: Job carving

Met name op beroepsniveau 1, is er een hele grote groep onbenut arbeidspotentieel in de techniek. Meer dan 100.000 mensen geven aan bereid te zijn om te werken in de techniek. Het werk sluit alleen niet aan op de ontwikkeling van hun competenties.

Een oplossing is dus het werk dusdanig anders in te richten om tot een andere verdeling van werk te komen. De vraag vanuit technische bedrijven centreert zich rond beroepsklasse niveau 2. Dus als eenvoudigere taken worden weggehaald bij de tot vakman opgeleiden en deze worden gebundeld in een nieuwe functie, dan kunnen meer mensen in aanmerking komen voor dit werk. Mensen kunnen op hun competenties worden geselecteerd op deze vacatures in plaats van op diploma of ervaring. De selectie op skills is volop in ontwikkeling. Sommige werkgevers durven zelfs Open Hiring aan, waarbij een werknemer zonder enige selectie kan proberen of bepaald werk bij hem/haar past.

Dit zijn manieren om de veelgevraagde startkwalificatie die veel technische te ontwijken. Door dit soort instrumenten in te zetten kunnen meer mensen instromen in het bedrijf en zich daar verder ontwikkelen.

Oplossing 2: Learning on the job

Een groot deel van de mensen op beroepsniveau 1 leert gemakkelijker door te doen dan vanuit een boek. Was dit wel zo dan was de kans groter geweest dat mensen langer in het schoolsysteem waren gebleven. Leren door te doen is voor deze groep vaker geschikt. Natuurlijk zijn opleidingen al vaak zo ingericht. Ook trajecten bij leer-werkbedrijven zijn vaak zo ingericht. Bedrijven maken hier al gebruik van, maar dit zou nog veel meer kunnen. Learning on the job kan beginnen met vegen van de werkplaats…vervolgens leer je assemblage werkzaamheden uit te voeren…je groeit door en mag eenvoudige laswerkzaamheden doen…etc. Vaardigheden kunnen vervolgens ook gecertificeerd worden nadat deze in de beroepspraktijk zijn aangeleerd. Het onderwijs kan hierbij een belangrijke rol spelen. Door middel van leermeester-gezelafspraken in bedrijven kan dit een verdere vlucht krijgen.

Oplossing 3: Laagdrempelige bijscholing (modulair)

De groep met beroepsniveau 1 heeft slechts een beperkte opleiding genoten. Waarschijnlijk heeft deze doelgroep al jaren geen opleiding/ cursus of andere vorm van bijscholing gevolgd. Stapsgewijs bijscholen in de vorm van losse modules/ certificaten is laagdrempeliger en vaker geschikt. Het behalen van kleinere stappen kan het vertrouwen van deze groep in zichzelf laten groeien waardoor men meer zin krijgt in leren. In combinatie met goede begeleiding kan dit ertoe leiden dat deze groep in staat wordt gesteld complexere vaardigheden aan te leren. In een aantal gevallen is het dan zelfs mogelijk deze groep bij te scholen tot mbo-niveau 2 (of hoger) en daarmee de startkwalificatie te laten behalen. Wat de arbeidsmarktpositie van deze doelgroep significant verbetert. Dit zien we ook terug in de cijfers hierboven. De discrepantie tussen vraag en aanbod op beroepsklasse niveau 2 niveau is veel lager dan op niveau 1. De kans dat deze groep werkzoekend is, is veel kleiner.

Oplossing 4: Zij-instroom

Omdat er wel aanbod is op niveau 2, maar deze waarschijnlijk kwalitatief niet aansluit op de vraag… even uitgesloten dat er altijd mensen zijn die tijdelijk werkloos zijn omdat ze wisselen van baan (zogenaamde frictiewerkloosheid) …is zij-instroom één van de opties om arbeidsplaatsen ingevuld te krijgen. Wel moet bij deze groep de kanttekening worden gemaakt dat de diversiteit aan banen en talenten binnen deze groep groot is hetgeen de mismatch ingewikkelder maakt. Binnen de techniek zijn heel veel soorten beroepen, die soms nauwelijks raakvlakken met elkaar hebben. Daarnaast zitten in het aanbod waarschijnlijk meer mensen met een mbo-niveau 2 opleiding, waar het bedrijfsleven in de techniek doorgaans meer vacatures heeft op mbo-niveau 3 of 4.

Oplossing 5: Inclusieve technologie

In de techniek heeft verdere automatisering en digitalisering de vraag naar mbo-niveau 3 en 4 opgeleiden doen stijgen in het verleden. Door deze automatisering en digitalisering werd eenvoudig werk vervangen door machines, maar moesten medewerkers complexere technische installaties aansturen en onderhouden. Toch biedt technologie ook steeds meer kansen om het werk eenvoudiger te maken. Technologie die kan worden ingezet om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen waardoor zij het werk kunnen doen, wordt ook wel inclusieve technologie genoemd. De ontwikkelingen in deze technologie gaan snel. Medewerkers kunnen bijvoorbeeld door AR/VR brillen door een proces heen worden geholpen of ondersteund worden door robots waarmee het veilig is om samen te werken (cobots).

Conclusie

De zeer krappe arbeidsmarkt voor de techniek komt voort uit een mismatch van vraag en aanbod. Er zijn veel meer werkzoekenden die in de techniek zouden willen werken, dan mogelijk gedacht. Zij passen echter (nog) niet op de aanwezige vacatures. Er zijn namelijk vooral veel laagopgeleiden (beroepsklasse 1) beschikbaar.

Dat betekent dat er maatwerk moet worden verricht in termen van oplossingen die passen bij deze doelgroep en die de mismatch naar de vacatures oplossen. Genoemde oplossingsrichtingen zijn: jobcarving, learning on the job, laagdrempelige (bij)scholing, zij-instroom en inclusieve technologie.

Wise up heeft ervaring met allerlei projecten gerelateerd aan deze oplossingsrichtingen. Wil hier meer over weten? Neem dan contact met ons op.

Wise up Consultancy heeft een whitepaper geschreven met trends en aanbevelingen om de krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan op strategisch niveau. Mocht je benieuwd zijn en meer willen lezen over de strategische draaiknoppen, klik dan hieronder: