5 maatschappelijke transities die het onderwijs en de arbeidsmarkt totaal veranderen
Inge Willems
Directeur & Senior consultant
We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk, aldus Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde en duurzaamheid. Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar juist wereldwijd. Er komen verschillende transities op onze samenleving af en meer dan eens wordt van gemeenten en van ons verwacht hierin een (leidende) rol te pakken. Maar over welke transities hebben we het dan?
- Energietransitie
In Nederland zijn we vanuit het klimaatakkoord bezig met een energietransitie. Kort door de bocht gezegd om; de opwarming van de aarde tegen te gaan, een gezonder leefmilieu te realiseren en minder afhankelijk te zijn van energie uit het buitenland (m.n. Rusland). De energietransitie is een overgang naar een nieuw systeem waarin de energievoorziening structureel anders van aard en vorm is dan in het huidige energiesysteem. De energietransitie is daarmee een transitie;
- van fossiele naar duurzame energie;
- van centrale- naar decentrale energieopwekking en;
- van top-down naar bottom-up organiseren.
De energietransitie heeft al een enorme impact op onze maatschappij. Nu al worden voor huizen, kantoor- en bedrijfspanden gekeken naar betere isolatie en het vervangen van CV-ketels op aardgas door warmtepompen, aardwarmte of industriële restwarmte. Daar worden al grote stappen in gemaakt middels grootschalige programma’s en subsidies (Rijksoverheid, 2022).
Een ander doel is dat eind 2030 we alleen nog emissieloos rijden, elektrisch of op waterstof. Daaraan zie je in de automarkt al verschuiving ontstaan door de vele elektrische voertuigen die de markt opkomen. Maar om elektrisch te kunnen rijden, te koken en je huis te verwarmen is energie nodig. Voor de opwek van die energie wordt daarom gewerkt aan 120 TWh aan duurzame elektriciteit uit o.a. zonnepanelen en windmolens (gelijk aan het totale elektriciteitsgebruik in 2015).
- Grondstoffentransitie
Onze grondstoffenvoorziening is verantwoordelijk voor ongeveer 45% van de nationale uitstoot in broeikasgassen. Die grondstoffen gebruiken we in zowat alles wat we doen: het zit in de accu van onze auto tot aan de constructie van ons huis. Maar ze zijn ook cruciaal voor het slagen van bijvoorbeeld de energietransitie en transitie naar een circulaire economie. De grondstoffentransitie is daarmee een belangrijke transitie en grofweg een transitie:
- van fossiele grondstoffen naar duurzame grondstoffen;
- naar op groene elektriciteit gebaseerde productieprocessen en;
- naar meer leveringszekerheid voor grondstofbronnen- & stromen.
De grondstoffen voor onze maakindustrie zijn bijna volledig gebaseerd op olie en gas. Coalities zoals Groen Chemie zijn daarom een weg ingeslagen om ruwe olie te vervangen door recyclede en biobased grondstoffen, naast de toepassing van waterstof voor de bijbehorende productieprocessen (Groene Chemie, 2022). Ook in de bouwsector wordt gezocht naar geschikte duurzame grondstoffen. Hierbij wordt gekeken naar het gebruik van meer duurzame grondstoffen. Denk bijvoorbeeld aan hout(bouw), bamboe, hennep en kurk (VPRO, 2022).
De grondstoffentransitie gaat ook over de toenemende vraag naar grondstoffen en de leveringszekerheid ervan. Op dit moment worden er nog niet genoeg grondstoffen gewonnen om maar een kwart van de klimaat ambities te realiseren. De grootste tekorten zijn in zogenoemde ‘zeldzame metalen’, die nodig zijn voor de productie van windmolens, zonnepanelen en elektrische auto’s. China heeft daarbij de helft van de bewezen voorraden in handen en produceert 97% van de wereldmarkt. Dit zorgt voor een grote afhankelijkheid van andere landen. En dat kan verschillende transities door geopolitieke instabiliteit in gevaar brengen.
- Circulaire transitie
Door de stijgende welvaart en groeiende wereldbevolking komt er steeds meer druk op de aarde. Als we op dezelfde manier door gaan, kan de aarde niet meer voorzien in de hoeveelheid grondstoffen die we jaarlijks gebruiken. Dit fenomeen wordt ook wel ‘Earth Overshoot Day’ genoemd (Overshootday, 2022). Dat is de dag waarop de vraag van ons naar ecologische hulpbronnen en diensten in een bepaald jaar groter is dan wat de aarde in dat jaar kan regenereren. En dat leidt tot schaarste in grondstoffen, verdere klimaatverandering en aantasting van ons leefmilieu.
Momenteel werken en denken we vaak nog in een lineair model waarin take-make-waste centraal staat (Foundation, 2011). Dit betekent dat van grondstoffen een product wordt gemaakt, maar na eenmalig gebruik het op de afvalberg belandt (en wordt verbrand). In een circulair model komt ‘waste’ nauwelijks voor. In dit model worden producten en grondstoffen steeds weer opnieuw gebruikt. De circulaire economie is daarmee een transitie naar een nieuw economisch systeem waarin het gebruik van grondstoffen, materialen en onderdelen en producten wordt geminimaliseerd in gesloten kringlopen waarin ze keer op keer opnieuw gebruikt kunnen worden.
Dit vraagt om nieuwe manieren van producten ontwerp (modulair, biobased, o.b.v. toegankelijke grondstoffen), waardebehoud van de grondstoffen in onze economie (materiaal paspoorten, urban mining, circulair slopen, ambachtscentra) en het terugdringen van de vraag naar grondstoffen (R-ladder, circulaire verdienmodellen, minimalisme).
- Landbouw & voedseltransitie
De huidige voedselproductie is verantwoordelijk voor 25% van de wereldwijde CO2-uitstoot, beslaat bijna 40% van het bebouwbare land en heeft een grote bijdrage aan het verlies van biodiversiteit (Wageningen University & Research, 2022). Daarbij oefenen in toenemende mate, de groeiende wereldbevolking en de gevolgen van klimaatverandering, nog extra druk uit op dit systeem. Deze effecten hebben een transitie naar een duurzamer voedselsysteem op gang gebracht.
Nu is de landbouw georganiseerd op basis van grootschalige en industriële landbouw. Hierbij kun je denken aan grote akkers, waar maar één soort voedsel op wordt geteeld (monocultuur). Internationaal wordt zelfs 70% van de landbouwgronden gebruikt voor de productie van veevoer. Deze wijze van landbouw- en voedselproductie is niet houdbaar op de lange termijn. De landbouw- & voedseltransitie is daarmee een transitie naar een duurzaam systeem dat minder negatieve impact heeft op de omgeving, de biodiversiteit versterkt en anders omgaat met de ‘veestapel’.
In deze transitie wordt ingezet op o.a. precisie landbouw (plukmachines, drones en slimme robots), polycultuur (stroken teelt en voedselbossen), kringloop landbouw (biologische bestrijdingsmiddelen, voedsel van reststromen), alternatieve voedingsbronnen (kikkererwten, kregels en algen) en alternatieve productiemethoden (verticale landbouw, insect-farming en zeeboerderijen).
- Digitalisering
Door globalisering, de verspreiding van het internet en het toegenomen gebruik van slimme elektronische apparaten is digitalisering een transitie die al enige tijd gaande is. Digitalisering richt zich in essentie op zowel het digitaal maken van fysieke documenten en papieren processen, als op het steeds sneller digitaal verwerken van informatie. Hiermee wordt het mogelijk om processen veel slimmer, efficiënter en met minder handmatige handelingen (en papier) uit te voeren.
Maar digitalisering gaat tegenwoordig veel verder. Mede versnelt door de COVID-19 pandemie, staan we op de vooravond van een vierde industriële revolutie (Consultancy.nl, 2021). Daarin worden machines en algoritmes steeds slimmer (zelfsturende robots, 3D-printing, kunstmatige intelligentie, machine/deep learning, quantum computing), worden er steeds meer toepassingen met elkaar verbonden (cloud technology, internet of things, smart cities, blockchain, metaverse), is er meer aandacht voor beveiliging (biometrics, privacy & cyber security) en raakt de digitale wereld vervlochten met de fysieke en biologische wereld (mixed/augmented reality, neuro-implantaten, genetische manipulatie).
Een zesde transitie in onderwijs & arbeidsmarkt
De vijf hiervoor beschreven transities hebben grote invloed op het onderwijs en de arbeidsmarkt. Bij de banken en verzekeraars zien we al dat administratief werk wordt vervangen. In de havens nemen robots het werk van de havenarbeider over. Maar ook nieuwe banen zijn er al volop. Denk aan duurzame bouwers, data experts en vele technici. Deze transitie valt op te delen in twee stromingen;
De eerste stroming gaat over de veranderingen op de arbeidsmarkt en in het beroeps- & volwassenenonderwijs. Vaak gaat het bij transities over de toename en afname van banen, maar in veel gevallen verandert ook de inhoud van bestaande banen. Denk bijvoorbeeld aan het onderhouden en repareren van benzineauto’s ten opzichte van elektrische auto’s. Daar moet je ook kennis over elektra en ICT voor hebben. Maar ook voor het installeren van warmtepompen t.o.v. CV-ketels is andere kennis nodig. Het steeds meer veranderen van bestaande banen vraagt om het continue up-to-date houden van kennis en vaardigheden (leven lang ontwikkelen), gepersonaliseerd onderwijs (flexibel & modulair) en een onderwijssysteem die alle nieuw ontstane kennis en vaardigheden absorbeert (hybride docenten, expertise centra, learning communities).
De tweede stroming gaat over de incorporatie van maatschappelijke veranderingen in het basis- & voorgezet onderwijs. De huidige vakken die we onze kinderen meegeven zijn inmiddels tien jaar oud en sluiten niet meer aan op de veranderingen in de samenleving (Rijksoverheid, 2022) Denk hierbij aan de toenemende vraag naar digitale vaardigheden, duurzaamheid en de zogenoemde 21st century skills (SLO, 2022). Door de snel veranderende wereld ontstaat de behoefte aan onderwijs dat de wereld buiten school voortdurend verbindt met die binnen school. Dit vraagt om een integrale aanpak waarbij alle domeinen die van invloed zijn op het leren, bijdragen aan de vraag hoe we de transitie richting een sociale en groene wereld kunnen maken
Transities vragen om sterke netwerken
Maatschappelijke transities worden doorgemaakt en versneld door goede samenwerkingen tussen verschillende publieke- en private partijen. Dit gebeurt vrijwel altijd in netwerken, omdat zich vraagstukken voordoen die één organisatie zelf niet kan oplossen. Dit vraagt om sterke netwerksamenwerkingen. Maar het opzetten van een samenwerking tussen verschillende organisaties is uitdagend, laat staan een goede afstemming tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheden (triple helix). In een netwerksamenwerking of netwerkorganisatie verlopen de processen vaak net even anders.
Specifiek voor het samenwerken in Triple Helix organisaties hebben wij een gratis masterclass ontwikkeld. De masterclass is vooral bedoeld voor beleidsmakers, managers en uitvoerders binnen sociaal-, economisch- en onderwijsdomein. Meer informatie over deze gratis masterclass is hier te vinden.
Over Wise up consultancy:
Wise up bouwt mee aan een sterke en veerkrachtige economie waarin iedereen meedoet en zichzelf optimaal kan ontwikkelen. Dit doen we door het inzetten van ervaren netwerk-, programma-, & projectmanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs die werken aan het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie.
Onze inzichten in je inbox?
Schrijf je dan in voor de Wise up nieuwsbrief. Wekelijks nieuwe inzichten in je inbox.