Feiten, cijfers en tips over laaggeletterdheid
Inge Willems
Directeur & Senior consultant
De Nederlandse maatschappij staat niet stil en heeft zich in de afgelopen jaren verder ontwikkeld. Maar deze ontwikkeling is niet gelijk voor alle Nederlanders. Vandaar een blog over feiten, cijfers en tips over laaggeletterdheid. Met betrekking tot de arbeidsmarkt laten de verwachtingen van het ROA[1] zien dat het gemiddelde opleidingsniveau van de werkzame beroepsbevolking tot 2026 zal toenemen. Dit sluit aan bij de groeiende vraag naar werknemers met een hoger opleidingsniveau. Een randvoorwaarde om je door te ontwikkelen op de arbeidsmarkt en deel te nemen aan de maatschappij is het beheersen van de Nederlandse taal. Toch blijkt uit onderzoek van Prof. Dr. Maurice de Greef[2] dat ruim 2,5 miljoen Nederlanders vanaf 16 jaar moeite hebben met de basisvaardigheden. Dit zijn de taal, rekenen en digitale vaardigheden.
Ben je dan analfabeet?
Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak heb je dan ook beperkte digitale vaardigheden. Dan vind je bijvoorbeeld omgaan met een computer of een smartphone lastig. Niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen heeft gevolgen. Je vindt bijvoorbeeld minder snel een baan of hebt minder grip op je geldzaken. Een volwassene die laaggeletterd is, is geen analfabeet. Een laaggeletterde kan wel lezen en schrijven, alleen niet goed genoeg om helemaal mee te doen in de samenleving.
Het ervaren van laaggeletterdheid heeft dus bredere gevolgen dan enkel een verminderde kans op de arbeidsmarkt. Zo is er een verband tussen laaggeletterdheid en een verminderde gezondheid, verminderde zelfredzaamheid en financiële problemen[3]. Mede door deze gevolgen zetten de Rijksoverheid en gemeenten zich in om laaggeletterdheid te bestrijden én te voorkomen. Iedere regio kiest een eigen aanpak. Zo stelt Noordoost-Brabant bijvoorbeeld subsidies beschikbaar voor zogenoemde taalhuizen, waar het onderwijs wordt afgestemd op de behoefte en potentie van de individuele persoon. In Midden-Limburg proberen ze de problematiek zo integraal mogelijk te benaderen, zo wordt de aanpak van laaggeletterdheid in een aantal gemeentes gecombineerd met het thema’s positieve gezondheid en de aanpak van armoede en schulden.
Wat zijn effectieve maatregelen?
Er zijn veel gebruikte methoden bij het bestrijden en voorkomen van een achterstand in de basisvaardigheden. Maar wat werkt wel en wat werkt niet? Wij geven vijf tips voor projectleiders en beleidsmedewerkers;
1. Toegankelijke communicatie
Het is belangrijk voor gemeenten, sociale partners en andere publieke organisaties om toegankelijk te communiceren. Door de hoeveelheid mensen die moeite hebben met lezen en schrijven, is het belangrijk om te communiceren op een manier die toegankelijk is voor álle inwoners van een gemeente of regio. Denk hierbij aan leesbare brieven, communicatie via websites en social media kanalen, maar ook aan brieven over bijvoorbeeld belastingen. Ishetb1.nl is een hulpbron die ambtenaren kan helpen bij het controleren van hun schrijfniveau.
2. Inzet van een taalmeter
Het vinden en bereiken van laaggeletterden is nog een moeilijke opgave. Moeite met basisvaardigheden gaat namelijk vaak gepaard met een gevoel van schaamte. Door als gemeente structureel mensen te screenen komt de opgave beter in beeld. Denk hierbij aan het gebruik van taalmeters bij maatschappelijk werk of bij burgers die een aanvraag doen voor bijstand, WW of in schuldhulpverlening.
3. Passend aanbod voor verschillende doelgroepen
Het is belangrijk om te realiseren dat iedereen een andere leervraag heeft en dat ook de leerbaarheid verschilt. Zo heeft iemand die uit de inburgering komt, wellicht meer behoefte aan oefenen in conversaties, terwijl een 50+’er meer behoefte heeft aan een opfriscursus of een cursus digitale vaardigheden. Het is daarom belangrijk om een breed aanbod te hebben aan opleidingen en cursussen. Denk hierbij ook aan werkenden, door met werkgevers afspraken te maken over cursussen op het werk, wordt de drempel zo laag mogelijk gehouden.
4. Sterk taalnetwerk
Door goede afspraken te maken met partners in het taalnetwerk, zorg je er gezamenlijk voor dat een burger de beste begeleiding krijgt. Hierbij is het belangrijk dat partners ook naar elkaar worden doorverwijzen, zodat de burger bij het best passende aanbod komt. Daarbij is een taalnetwerk ook belangrijk voor het signaleren van laaggeletterdheid. Alleen door allemaal mee te werken aan het signaleren van laaggeletterdheid komt er echt een effectieve aanpak op gang.
Advies
Tot slot is voorkomen natuurlijk beter dan genezen. Daarom is ons advies ook om parallel aan bovenstaande tips ook zeker met onderwijs, werkgeverservicepunten, ouderenverveningen en andere instellingen in gesprek te gaan over hoe laaggeletterdheid voorkomen kan worden. Door hier gezamenlijk projecten voor op te zetten wordt laaggeletterdheid daadwerkelijk voorkomen en bestreden. Dusdanig dat iedereen weer grip heeft op zijn of haar leven en mee kan doen in de Nederlandse maatschappij.
Onze inzichten in je inbox?
Schrijf je dan in voor de Wise up nieuwsbrief. Wekelijks nieuwe inzichten in je inbox.