Skip to content
Blog

Onbenut arbeidspotentieel – Waar zit nog ruimte?

Datum
25 januari 2022
Leestijd
5 minuten
Deel

Met de huidige werkloosheid van 2,7% (januari 2022) wordt het steeds lastiger voor het bedrijfsleven en de overheid om voldoende arbeidskrachten te vinden. Daarom een blog over het onbenut arbeidspersoneel. Waar liggen nog kansen om zoveel mogelijk mensen mee te laten doen?

Het CBS deelt de bevolking tussen 15 en 75 jaar in verschillende groepen in (zie figuur). Binnen deze groepen zit nog allerlei onbenut arbeidspotentieel. In dit blog behandelen we de belangrijkste groepen die gerekend kunnen worden tot het onbenut arbeidspotentieel. Dit zijn de groepen:

  • De groep mensen die deeltijd werkt en meer uren zou willen werken;
  • De werkloze beroepsbevolking;
  • De groep niet beroepsbevolking;

Voor deze groepen gaan we in op wat overheden en werkgevers kunnen doen om het potentieel aan te boren. Het totale onbenut arbeidspotentieel was in het tweede kwartaal van 2021 ongeveer 1 miljoen (CBS, 2021). Het aanboren van dit potentieel is lastig, maar meer is mogelijk. Wellicht geeft deze blog een eerste aanknopingspunt voor kansrijk arbeidsmarktbeleid.

[av_image src=’https://wiseup.nl/wp-content/uploads/2022/01/beroepsbevolking-CBS.png’ attachment=’8933′ attachment_size=’full’ copyright=” caption=” image_size=” styling=” align=’center’ font_size=” overlay_opacity=’0.4′ overlay_color=’#000000′ overlay_text_color=’#ffffff’ animation=’no-animation’ hover=” appearance=” link=” target=” title_attr=” alt_attr=” img_scrset=” lazy_loading=’disabled’ id=” custom_class=” template_class=” av_element_hidden_in_editor=’0′ av_uid=” sc_version=’1.0′ admin_preview_bg=”][/av_image]

1. Onbenut potentieel binnen Werkzame beroepsbevolking

De werkzame beroepsbevolking is veruit de grootste groep op de arbeidsmarkt met 9 miljoen personen. Het onbenut arbeidspotentieel binnen de groep voltijders is gering, 4,5 mln mensen in een voltijdsdienstverband. Zij werken minimaal 35 uur of meer per week. Het onbenut arbeidspotentieel binnen de groep deeltijders is groter. Laaghangend fruit binnen deze groep is het aantal mensen dat meer uren zou willen werken. Dit gaat om 354 duizend mensen.

Daarnaast zou je mensen kunnen verleiden om meer te gaan werken. We zouden veel arbeidspotentieel vrijmaken als gezinnen meer taken overdragen aan professionals. In de plannen van het kabinet wordt hier sterk op in gezet, een van de maatregelen om voldoende arbeidskrachten te genereren voor onder anderen de zorg, het onderwijs, de klimaattransitie is verruiming van de kinderopvang.

Werkgevers zouden nog flexibeler met werktijd en -plaats om kunnen gaan om zo meer ruimte te geven aan het runnen van een gezin en daarnaast meer uren te werken. Let op! Andersom zijn er ook heel veel mensen die minder zouden willen werken. Als de overheid of werkgevers dit makkelijker zouden maken, raakt de samenleving veel benut arbeidspotentieel kwijt.

2. Werkloze beroepsbevolking

Iemand is werkloos als hij/zij tussen de 15 en 75 jaar is, geen betaald werk heeft en actief opzoek is en beschikbaar is voor werk. Er zijn ongeveer 350 duizend mensen werkloos, waarvan ongeveer een derde langdurig werkloos. In de huidige arbeidsmarkt zullen de meeste mensen snel werk vinden, door het enorme tekort aan arbeidskrachten. Kortdurende werkloosheid is zelfs goed op de arbeidsmarkt. Mensen hebben de tijd nodig een baan te vinden die het beste bij hun past.

Is iemand langdurig werkloos dan zou die persoon een handje geholpen kunnen worden. Bijvoorbeeld door hulp bij het zoeken van ander werk en bij het solliciteren. Werkgevers voor wie het passend is, zouden gebruik kunnen maken van open hiring. Dit is een manier om mensen te laten werken zonder sollicitatiegesprek of cv. Zo verlaag je de drempel voor mensen die het lastig vinden te solliciteren.

3. Niet-beroepsbevolking

Deze groep bestaat uit personen tussen de 15 tot 75 jaar die geen betaald werk hebben, niet recent naar werk hebben gezocht en/of daar niet direct beschikbaar voor zijn.

In economisch slechte tijden is deze groep doorgaans groter dan in economisch goede tijden. Dit komt omdat groepen besluiten zich niet aan te bieden op de arbeidsmarkt. Zo besluiten dan meer studenten om langer door te studeren en hebben gepensioneerden dan vaker het gevoel dat een werkgever niet op hen zit te wachten. Wanneer het goed gaat wagen dus meer mensen hun kans op de arbeidsmarkt. Het gaat binnen deze groep met name om:

  • Studenten en scholieren
  • Mensen die zorgen voor gezin of huishouden
  • Arbeidsongeschikten
  • Gepensioneerden

Studenten en scholieren
Een belangrijke groep binnen de niet-beroepsbevolking zijn studenten en scholieren die een opleiding volgen. Er zijn veel studenten die werken naast hun opleiding, dit is alleen niet voor iedereen weggelegd. Er zijn maatregelen die je zou kunnen nemen om meer ruimte vrij te maken voor werk in plaats van onderwijs. Een andere mogelijkheid is het verder integreren van werk en opleiding door meer praktijkopleidingen in te richten, waardoor werk en onderwijs makkelijker zijn om te combineren.

Mensen die zorgen voor gezin of huishouden
De groep die hier wordt benoemd werkt momenteel helemaal niet, zij zouden ook door werkgevers verleid kunnen worden voor werk dat makkelijk te combineren is met het runnen van een gezin. Bijvoorbeeld door werk aan te bieden dat vanuit huis kan worden gedaan. Een van de mogelijkheden is eerder benoemd, namelijk het meer gebruik maken van professionals (kinderopvang, schoonmaker, etc.) De rijksoverheid zou het ook aantrekkelijker kunnen maken om te werken en/of onaantrekkelijker om niet te werken.

Arbeidsongeschikten
De belangrijkste maatregel die we kunnen nemen is het voorkomen van arbeidsongeschiktheid. Maar de groep die hier wordt genoemd is het helaas al. Voor een deel zou gekeken kunnen worden of mensen echt geen arbeidswaarde meer kunnen leveren. Dit is een ontwikkeling die de overheid al een aantal jaar geleden ingezet heeft door het afbouwen van de Wajong en instroom in de SW met voldoende arbeidswaarde te voorkomen. Daarnaast kunnen werkgevers gecompenseerd worden voor arbeidswaarde die niet wordt geleverd. Ook dit is al bestaand beleid binnen de participatiewet.

Waar nog meer mogelijk zou zijn is meer inzet van technologische hulpmiddelen. Bijvoorbeeld voor thuiswerk, maar ook hulpmiddelen die het werk makkelijker of lichter maken, of anderszins toegankelijker. Ook kunnen werkgevers een inclusiever arbeidsbeleid voeren waarin gekeken wordt naar de mogelijkheden om mensen aan het werk te helpen.

Gepensioneerden
De belangrijkste reden voor het niet kunnen of willen werken is (vervroegd)pensioen of hoge leeftijd. De rijksoverheid verschillende acties kunnen ondernemen om dit onbenut potentieel aan te boren, zoals:

  • Het financieel aantrekkelijker maken om te kunnen werken naast AOW en pensioen;
  • Door de AOW-leeftijd verder te verhogen;
  • Door vroegpensioen financieel onaantrekkelijker te maken;
  • Verlagen belasting op arbeid en verhogen belasting op vermogen.

Daarnaast zullen we ook als samenleving anders tegen medewerkers op leeftijd aan moeten kijken.
Er zijn zelfs uitzendbureaus die zich alleen op 65 plus richten. Dus blijkbaar is er zeker markt voor.

Conclusie

We staan voor grote uitdagingen.  We hebben economische groei nodig voor het behoud van brede welvaart en voor de bekostiging van de verzorgingsstaat, zoals de zorg en het onderwijs. Daarnaast doet ook de verzorgingsstaat een groot beroep op de arbeidsmarkt, en kampen sectoren die vanuit de publieke middelen worden bepaald met grote arbeidstekorten, denk aan de zorg, het onderwijs, defensie en politie. Ook staan we als samenleving voor grote uitdagingen die een toenemend beroep zullen doen op de arbeidsmarkt, zoals de energietransitie.

We hebben eerder te veel dan te weinig werk. Alle handen zijn welkom. Laten we het mensen makkelijker maken om een grotere bijdrage te leveren op de arbeidsmarkt. Het kan maar het is zeker niet makkelijk.

Onze inzichten in je inbox?

Schrijf je dan in voor de Wise up nieuwsbrief. Wekelijks nieuwe inzichten in je inbox.