Van bouwen tot baby’s: hoe branche-overstijgend denken ons helpt in de huidige arbeidsmarkt


Dionne Zwier
Consultant





Samengevat
De Bouw en Kraamzorg kampen met genderdominantie waardoor de instroom beperkt blijft. Ze ondervinden hinder van een steeds hoger opgeleid Nederland, terwijl juist mbo-vakmensen cruciaal zijn. Digitalisering biedt kansen, maar roept ook vragen op over vakmanschap en menselijkheid. Beide sectoren staan onder grote maatschappelijke druk. Door branche-overstijgend te denken en samen op te trekken ontstaan nieuwe oplossingen die de arbeidsmarkt toekomstbestendiger maken.
De branche Bouw en Kraamzorg lijken op het eerst oog niet veel met elkaar te maken te hebben. Toch kunnen uitersten meer op elkaar lijken dan in eerste instantie wordt gedacht. In mijn rol als arbeidsmarktconsultant heb ik de afgelopen tijd gewerkt voor beide branches. Dit heeft niet alleen geleidt tot bijzondere overeenkomsten, maar ook tot opvallende inzichten. Branche-overstijgend denken lijkt steeds belangrijker te worden om een toenemend complexe arbeidsmarkt te kunnen begrijpen. Veel maatschappelijke en economische vraagstukken kunnen we niet meer binnen de grenzen van één sector of branche oplossen. Belangrijke arbeidsmarktvraagstukken zoals vergrijzing, krapte en digitaliseren raken vele sectoren en dit vraagt om een overstijgende blik. Sterker nog, het legt misschien wel kenmerken van de arbeidsmarkt bloot, waar nog niet veel aan gedacht is. In deze blog lees je welke gedeelde uitdagingen deze sectoren kennen én wat dat zegt over de arbeidsmarkt.
-
Gender gedomineerde beroepen stuwen de krapte.
Wanneer we spreken over krapte, denken we al snel aan de gevolgen van vergrijzing en het tekort aan praktisch-geschoold personeel. De vergrijzing als grootste oorzaak voor arbeidskrapte moeten we natuurlijk niet vergeten. Wat echter opvalt in de branches Bouw en Kraamzorg, is dat deze sectoren sterk door één gender gedomineerd zijn. Waar in de Bouw veelal mannen werken, zien we veel vrouwen in de Kraamzorg. Dit werkt helaas ook bevestigend in het narratief: ‘bouwen is voor mannen, zorgen is voor vrouwen’. Daardoor vist de werkgever automatisch in een kleinere poel.
Het doorbreken van deze sector-stereotypen kan voor een individu erg moeilijk zijn. Sommige vrouwen in de Bouw krijgen te maken met vooroordelen, sociaal onveilige werkomgevingen of uitsluiting. Vrouwen benoemen als grootste vooroordeel het missen van kracht en inzicht. Dit kwam in een onderzoek van de FNV in 2023 pijnlijk naar voren. In de Kraamzorg is eenzelfde patroon zichtbaar. Een bekend vooroordeel is dat mannen het werk niet kunnen begrijpen omdat zij zelf geen bevalling doorstaan. Dit blijft een gevoelig onderwerp. Zijn mannen die vader zijn, of ooit worden, niet ook nauw betrokken bij de bevalling en pasgeboren baby’s betrokken? En hoe zit het dan met gynaecologie?
In onze huidige maatschappij waar we gender-rollen steeds meer willen doorbreken, geeft de Bouw een mooi voorbeeld met de campagne #bouwvrouwen van bouwend Nederland. Wel is het hierbij raadzaam voor werkgevers om hun werkcultuur onder de loep te nemen. Als men graag een divers personeelsbestand aantrekt, moet iedereen zich veilig en welkom voelen. Werkgevers doen er goed aan om aandacht te schenken aan het voorkomen van gendersegmentatie of -discriminatie op de werkvloer. Dat zet een dergelijke campagne meer kracht bij.
-
Een steeds hoger opgeleid Nederland zit de Kraamzorg en de Bouw in de weg
Nederlanders zijn de afgelopen jaren steeds hoger opgeleid. Dat klinkt als vooruitgang, maar is juist een extra uitdaging voor sectoren zoals de Kraamzorg en de Bouw, waar sterk geleund wordt op mbo-geschoolde vakmensen. Sinds kort zijn er meer hoger opgeleide vrouwen dan mannen. Dit zorgt voor een dubbele beperking van potentiële instromers. De Kraamzorg vist in de vrouwen poel, welke ook nog eens steeds hoger opgeleid raakt.
Een hoger opgeleide samenleving is op zich geen probleem, behalve als het er op den duur voor zorgt dat de praktische beroepen stil komen te liggen. De Bouw en de Kraamzorg kunnen op dit vlak samen optrekken. Op dit moment ontbreekt het namelijk nog aan duidelijk beleid en richting als het gaat om de herwaardering van het mbo.
Gelukkig is ook deze beweging langzaam ingezet, onder andere door schrijver Karim Amghar met zijn boek ‘Maar dat begrijp jij toch niet’, waarin hij de problemen en oplossingen schetst rondom de daling in het mbo-onderwijs, en ook oud-minister Dijkgraaf denkt actief na over de herwaardering.
-
Digitalisering: bedreiging of kans?
Digitalisering en de digitale vaardigheden zijn steeds belangrijker in zowel de Bouwsector als de Kraamzorgsector. Waar de Bouw aan de slag gaat met drones, 3D-printen en robots, vraagt de zorgsector in het Integraal Zorgakkoord aandacht voor het aanbieden van digitale zorg. In de Bouw zien we hierdoor een veranderende vraag naar productie en vakmanschap. De Kraamzorg zet met de komst van digitalisering vraagtekens bij menselijkheid en fysieke nabijheid in de directe zorgverlening. Het is daarom van groot belang dat beide sectoren bewust aan de slag gaan met de implementatie van digitalisering en hoe ze dit laten aansluiten bij hun vakgebied, met een focus op het culturele aspect. Wanneer digitalisering de kernwaarden van de sector raakt, kan het weerstand oproepen en de implementatie bemoeilijken. Daarnaast staan de sectoren voor uitdagingen zoals het aanleren van nieuwe, digitale vaardigheden aan hun werknemersbestand. In dat opzicht verschillen de sectoren misschien dus toch niet zoveel van elkaar en zijn er kansen om van elkaar te leren.
-
Tussen woningnood en zorgcrisis: hoe Bouw en Kraamzorg balanceren onder druk
Beide sectoren hebben te maken met een stevige maatschappelijke druk. Waar de Bouw gebukt gaat onder de woningnood en moet omgaan met klimaatdoelen, stikstof en de energietransitie, staat de Kraamzorg op haar eigen wijze maatschappelijk onder druk. De Kraamzorg is namelijk onderdeel van het zorgstelsel dat te maken heeft met sterk stijgende zorgkosten, personeelstekorten en afhankelijk is van het NZa-tarief. Het NZa-tarief is het maximale bedrag dat zorgaanbieders mogen declareren voor een zorgprestatie. Wanneer maatschappelijke verwachtingen toenemen terwijl de inkomsten stagneren, ontstaat een spanningsveld dat direct voelbaar is op de werkvloer.
Tegelijkertijd zijn beide sectoren maatschappelijk cruciaal, dat wil zeggen dat ze nodig zijn om Nederland goed te laten functioneren. Zonder huizen verliezen we bestaanszekerheid en zonder de Kraamzorg krijgt niet ieder kind een veilige en kansrijke start. Hierdoor liggen beide sectoren onder een vergrootglas, omdat het de kwaliteit van leven in Nederland beïnvloedt.
Op een geheel eigen manier worden de sectoren door maatschappelijke druk en hun cruciale status gedwongen om een constante hoogwaardige kwaliteit te leveren. Tegelijkertijd veranderd de maatschappelijke context voortdurend en maakt dit het op dit moment ook lastiger om de kwaliteitseisen te blijven halen.
Conclusie:
De Bouw en de Kraamzorg delen veel structurele uitdagingen. Beide sectoren kampen met genderspecifieke beroepsstructuren, beide sectoren voelen de noodzaak tot herwaardering van het mbo, de huidige maatschappelijke druk en de impact van digitalisering. Deze gedeelde uitdagingen bieden kansen om van elkaar te leren en misschien zelfs tot gezamenlijke oplossingen te komen. Door bovengenoemde, nijpende thema’s actief aan te pakken, kan niet alleen binnen de afzonderlijke sectoren vooruitgang worden geboekt, maar kan ook een branche-overstijgende beweging ontstaan die de Nederlandse arbeidsmarkt als geheel toekomstbestendiger maakt.
Branches kunnen samen optrekken als het gaat om het aanpakken en doorbreken van gender-normatieve en gender-dominante beroepen (misschien juist omdat de Kraamzorg vrouwen kent en de Bouw mannen), maar óók als het gaat om de herwaardering van het mbo-onderwijs. Door één front te vormen kan de publieke beeldvorming sneller worden geraakt. Daarnaast kunnen branches van elkaar leren als het gaat om hoe er omgegaan wordt met transities zoals digitalisering, maar ook de toenemende maatschappelijke druk. Misschien begint alles wel met een goed gesprek?
Benieuwd hoe branche-overstijgend denken uw organisatie kan helpen bij strategisch arbeidsmarktbeleid? Onze consultants denken graag mee.
Over Wise up Consultancy:
Wise up helpt (netwerk)organisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers, HR partners en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Wij bouwen daardoor mee aan een duurzame en veerkrachtige economie waarin iedereen meedoet en zichzelf optimaal kan ontwikkelen.

Onze inzichten in je inbox?
Schrijf je dan in voor de Wise up nieuwsbrief. Wekelijks nieuwe inzichten in je inbox.
- FNV. (2023). Ongewenst gedrag en sociale veiligheid in de Bouw: resultaten enquête onder leden beschikbaar – FNV
- Bouw & Infra vakkrachten. (2023). Vrouwen in de bouw: onmisbaar, maak ze zichtbaar. Bouw & Infra vakkrachten | Vrouwen in de bouw: onmisbaar, maak ze…
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2023). Nederlanders steeds hoger opgeleid: vrouwen aan kop
- AOb. (2023). Herwaardering van het mbo: Karim Amghar over kansen, problemen en oplossingen | AOb
- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2023).Dijkgraaf werkt aan herwaardering mbo in samenleving | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl
- Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (2022). Integraal Zorgakkoord: ‘Samen werken aan gezonde zorg’ | Rapport | Rijksoverheid.nl