Zo zorg je dat je als gemeente conform de nieuwe wet inburgering werkt
Inge Willems
Directeur & Senior Consultant
Inclusief ondernemen. Dat klinkt goed, maar wat betekent dit nu eigenlijk? Is het hetzelfde als sociaal ondernemen of een tak van maatschappelijk verantwoord ondernemen? En waarom horen we deze term steeds vaker? In dit blog gaan we hierop in en onderzoeken we hoe als organisatie je voordeel kan doen met inclusief ondernemen.
Wat is inclusief ondernemen?
Inclusief ondernemen is eigenlijk niets meer dan mensen met een arbeidsbeperking mee laten bouwen aan het succes van je organisatie. Je zet dus niet alleen in op personen die precies passen bij de werkzaamheden binnen je organisatie maar je bent ook bereid om mensen waarvoor het minder makkelijk is een passende baan te vinden een plek te bieden binnen je organisatie. Het mooie is dat ongeveer alle organisaties inclusief kunnen ondernemen. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door mensen uit kwetsbare groepen aan te nemen, door scholing aan te bieden en/of hen te helpen aan een baan bij een andere organisatie. Daarnaast helpt het om bewust in te kopen bij (verschillende) inclusieve organisaties (van den Tooren & Hazelzet, 2020).
Inclusief ondernemen is duidelijk anders dan sociaal ondernemen, waarbij het meestal gaat om het ondernemingen die bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Maar het past daarentegen wel weer in maatschappelijk verantwoord ondernemen waarbij je als organisatie rekening houdt met de invloed van jouw activiteiten op die van de omgeving om jou heen: de mens, het milieu en maatschappij. Toch is laatstgenoemde niet concreet als het gaat over aannemen en samenwerken met mensen met een arbeidsbeperking. Het zijn dus verschillende termen met verschillende betekenissen maar die wel wat met elkaar te maken hebben. Namelijk het goede willen doen, niet alleen voor je organisatie maar ook haar omstanders. Terug naar inclusief ondernemen. Inclusief ondernemen focust zich dus op ondernemen en de samenwerking met arbeidsbeperkten.
Waarom is dit zo belangrijk?
Momenteel heeft Nederland te maken met verschillende uitdagingen op de arbeidsmarkt zoals o.a. krapte, technologische ontwikkelingen en energie transitie. Daarnaast worstelen ondernemers met de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Goede medewerkers zijn moeilijk te vinden en worden overal vandaan gehaald, daarbij moet de productie- en levercapaciteit geborgd blijven. Als onderneming doe je er dus goed aan om te matchen op ‘skills’ en scholing aan te bieden waar nodig.
Mensen met een arbeidsbeperking aannemen uit jouw arbeidsmarktregio kan een goede, lokale en duurzame oplossing zijn voor dit probleem.
En daarbij werk je niet alleen aan je eigen succes, maar ook aan de (mogelijk) sociale en of economische uitdagingen van deze doelgroep. Deze werknemers zijn wellicht niet direct een ‘fit’ voor de werkzaamheden, maar de werkbedrijven zijn zeer bedreven in het werkbaar maken van de uitdagingen die er liggen en bieden hierin begeleiding en ondersteuning.
Vijf voordelen van inclusief ondernemen
Inclusief ondernemen heeft voor organisaties voordelen:
- Je hebt een lokale oplossing voor je personeelsvraagstuk en een groter aanbod van personeel;
- Het stimuleert de creativiteit en innovatie binnen je organisatie door met verschillende mensen samen te werken met andere achtergronden, ideeën en ervaringen;
- Inclusief ondernemerschap schept een positief imago. Dit straalt af op je stakeholders – je hebt een hogere gunfactor;
- De cultuur en gedrag binnen je organisatie zal positief veranderen; men zal zich ‘socialer’ gaan gedragen;
- Je geeft concreet invulling aan de Participatiewet, Wet Banenafspraak en het Quotum arbeid beperkten.
Je organisatie is een afspiegeling van de samenleving. Ook mensen met een arbeidsbeperking zijn zichtbaar op de werkvloer bij een inclusieve ondernemer. Door het inzetten van deze groep mensen op de werkvloer ben je voorbereid op de toekomst en acteer je lokaal. Hiermee zorg je ervoor dat je succes nog meer lokaal ervaren en uitgedragen wordt.
De uitgangspunten zijn dat het leren van de taal en het meedoen in de samenleving belangrijke onderdelen zijn om snel in te burgeren. Gemeenten vervullen in de nieuwe wet de regierol, wat inhoudt dat zij de inburgeraar begeleiden bij de inburgering en verantwoordelijk zijn voor het aanbieden van een sluitend inburgeringsaanbod. Aan de hand van de brede intake wordt een Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP) opgesteld en wordt een inburgeringstraject op maat aangeboden. Het aanbod bestaat uit:
- Module Arbeidsmarkt & Participatie (MAP).
- Participatieverklaringstraject (PVT).
- Eén van de drie nieuwe leerroutes:
- De onderwijsroute.
- De B1 route
- De zelfredzaamheidsroute (Z-route).
- Het onderdeel Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM) is onderdeel van alle leerroutes.
De gemeente heeft in de regierol ook taken op overige leefgebieden, zoals bijvoorbeeld financiële ontzorging. Zo betaalt de gemeente in de nieuwe wet de inburgering voor asielstatushouders. Met deze nieuwe wet en de nieuwe regierol komt de volgende vraag: hoe zorg je dat je als gemeente conform de Nieuwe Wet Inburgering werkt?
Een van de doelstellingen van de nieuwe wet inburgering is dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen in Nederland. Het is daarom de bedoeling dat de gemeente direct na de koppeling kennismaakt met de inburgeraar. Met een brede intake, die plaatsvindt op het AZC, kan er naast kennismaking ook een goed beeld worden verkregen van de inburgeringsplichtigen. In samenspraak met de inburgeraar worden vervolgens maatwerk afspraken gemaakt, die genoteerd worden in het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP). Dit zijn afspraken op het gebied van inburgering en werk, maar ook bijvoorbeeld op het gebied van lichamelijke en/of mentale gezondheid. Zodra de PIP is vastgesteld heeft de gemeente de regie. In de regierol heeft de gemeente de verplichting om de voortgang van de inburgeraar te monitoren en de inburgeraar te begeleiden. Een eerste stap is om in overleg met het AZC te bepalen welke activiteiten al van start kunnen gaan, voordat er huisvestiging in de gemeente is gevonden.
De nieuwe leerroutes
Maatwerk is cruciaal bij het opstellen van een passend PIP. De verplichting om één van de drie leerroutes hierin op te nemen is nieuw. Met deze leerroutes vindt er taalontwikkeling en eventueel bij- of omscholing plaats. Door hier snel mee te starten kunnen inburgeraars sneller aansluiten op de Nederlandse arbeidsmarkt. De leerroute wordt bepaald op basis van motivatie en het resultaat van de leerbaarheidstoets. Onder de nieuwe Wet Inburgering kan de inburgeraar een van de drie leerroutes bewandelen, deze worden hier verder toegelicht.
Onderwijsroute
Inburgeraars die motivatie, professionele ervaring of andere aantoonbaar potentie hebben om een erkend diploma te behalen binnen het Nederlandse onderwijs, dienen toegelaten te worden tot de onderwijsroute. Dit is een anderhalf jaar durend, voltijds taalschakeltraject op hoog leerniveau. De focus ligt op het aanleren van taal- en rekenvaardigheden en op loopbaanoriëntatie. Optioneel is om ook te focussen op digitale vaardigheden. Vanuit Wise up raden wij gemeenten aan om focus op digitale vaardigden mee te nemen met het oog op het Nederlandse onderwijs. Aangezien dit veelal digitaal is.
Belangrijk is dat de gemeenten zelf verantwoordelijk zijn om bij de inkoop van de taalschakeltrajecten te selecteren op instellingen met diploma-erkenning volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB), verleend door de Inspectie van het Onderwijs. Hierbij dient de gemeente alle zeven taalschakeltrajecten die onder de onderwijsroute vallen in hun aanbod te hebben. Door de zeven verschillende taalschakeltrajecten die onderdeel uitmaken van de onderwijsroute wordt rekening gehouden met het taalniveau (minimaal B1) dat benodigd is voor de eventuele vervolgstudie op MBO, HBO of WO niveau. Het niveau van de inburgeraar wordt aan het einde van het taalschakeltraject door DUO geëxamineerd op lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid.
B1-route
De B1-route dankt de naam aan het beoogde taalniveau wat er middels deze route met de inburgeraar afgesproken is. Met de B1-route wordt beoogd om de inburgeraar de startkwalificatie te geven om zelfstandig een betaalde baan te vinden, te behouden en te kunnen participeren in de Nederlandse samenleving. Anders dan bij de onderwijsroute, hebben de gemeente de verplichting om de inburgeringscursus aan te bieden met minimaal het Blik op Werk keurmerk Inburgeren. Ook binnen de B1-route wordt de inburgeraar door DUO geëxamineerd op lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid. Mocht gedurende de leerroute gesignaleerd worden dat B1-niveau te hoog gegrepen is, dan is het binnen de B1-route ook mogelijk om de inburgeringsplicht af te ronden op A2-niveau.
Z-route
Voor inburgeraars die uit een land komen met weinig of geen scholing en daarom een verhoogde kans hebben op een lage leerbaarheid is de Zelfredzaamheidsroute (Z-route). Dit inburgeringstraject heeft de focus op taal, activering en participatie van de inburgeraar in de Nederlandse samenleving. Met betrekking tot het taalniveau wordt er in de Z-route niet van de inburgeraar verwacht dat deze binnen drie jaar minimaal taalniveau A1, maar het liefst A2 zal bereiken. Het doel van de Z-route is de inburgeraar zelfredzaam te maken in de Nederlandse samenleving. De gemeente is daarom verplicht om naast taallessen ook bijkomende vaardigheden aan te leren, zoals omgaan met geld, digitale vaardigheden, het onderwijs en mobiliteit. Net zoals bij de B1-route, hebben de gemeenten de verplichting om de inburgeringscursus aan te bieden met minimaal het Blik op Werk keurmerk Inburgeren. Ook binnen de Z-route wordt de inburgeraar door DUO geëxamineerd op lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid.
In het kort werk je als gemeente conform de nieuwe wet inburgering als:
Je bovengenoemde zaken op de juiste wijze binnen de gemeente implementeert. Het voornaamste is dat je als gemeente een regierol pakt in het complete inburgerings- en integratietraject van de nieuwkomer en alle betrokken partijen hierin meeneemt en op de juiste momenten inzet. Dit beperkt zich dus niet tot de gebieden participatie en inburgering.
Hoe ondersteunt Wise up gemeenten?
Vanuit Wise up zijn reeds diverse opdrachten uitgevoerd rondom de nieuwe wet inburgering. Zo is er projectleiding geleverd op de implementatie van de nieuwe wet inburgering en is de verantwoordelijkheid van de gemeente en welke rol externe partijen hierin kunnen spelen geïnventariseerd. Ook is er vanuit Wise up procesbegeleiding geleverd op de aanbesteding van de leerroutes. Eerder zijn er op de website ook al twee berichten rondom de nieuwe wet inburgering op de website verschenen. Deze zijn via de volgende links te lezen:
Vernieuwde aanpak inburgering van start
Het nieuwe inburgeringsstelsel
Mocht je meer informatie willen over de projecten waarbij Wise up betrokken is geweest of verdere vragen hebben met betrekking tot de nieuwe wet inburgering neem dan contact op met de onderstaande contactpersonen:
Ruben Samuels – nieuwe wet inburgering algemeen
Sien Rongen – nieuwe wet inburgering algemeen
Henk Klootwijk – projecten nieuwe wet inburgering
Over Wise up Consultancy: Wij helpen (semi)overheden, onderwijsinstellingen en netwerkorganisaties bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Dit doen we door het inzetten van ervaren project- en programmamanagers, enthousiaste onderzoekers en bevlogen adviseurs. Hiermee brengen we complexe opdrachten en vraagstukken van onze klanten tot een succesvol resultaat zodat zij zelf kunnen excelleren. Hiermee bewerkstelligen we maatschappelijke impact door de arbeidsmarkt in balans te houden en zo veel mogelijk mensen mee te laten doen
Onze inzichten in je inbox?
Schrijf je dan in voor de Wise up nieuwsbrief. Wekelijks nieuwe inzichten in je inbox.